Uitsluitingsclausule, en welke dan wel?
Anders dan je wellicht zou denken, kunnen er nog genoeg redenen zijn om een uitsluitingsclausule in je testament op te nemen. De meest bekende is de harde uitsluitingsclausule, ook wel anti-schoonzoonclausule genoemd. Deze voorkomt dat een nalatenschap via het kind bij de schoonzoon of -dochter terechtkomt. Bij de zachte uitsluitingsclausule wordt de uitsluiting teruggenomen als het huwelijk eindigt door het overlijden van het kind. In dat geval is er geen reden meer voor de uitsluiting en zou deze fiscaal zelfs contraproductief werken. Hoe werkt dat dan uit bij een overlijden?
Stel, een dochter erft € 200.000 en komt helaas kort daarna zonder testament te overlijden. De dochter is getrouwd in gemeenschap van goederen en heeft een kind. De waarde van de goederengemeenschap van het echtpaar was € 500.000, zodat de totale nalatenschap van de dochter € 450.000 bedraagt. Haar kind erft dus € 225.000. Zonder uitsluitingsclausule zou de nalatenschap € 350.000 hebben bedragen en had haar kind € 175.000 geërfd. Het verschil zou bij haar vader zijn vrijgesteld.