Bij overlijden niet drie maar zes maanden onbelast uitkeren
Tijdens de bijeenkomsten VTA-Estate Planning in juni jl. stond het onderwerp ‘overlijdensuitkering werkgever’ als eerste op het programma. Het bleek voor veel mensen een eyeopener te zijn; reden om de belangrijkste conclusies op deze plaats nog een keer te bespreken. Is jouw cliënt een DGA, die samen met zijn of haar echtgenoot of echtgenote in loondienst is bij de eigen bv? Dan kan bij overlijden van een van hen een onbelaste uitkering volgen. Deze uitkering bedraagt driemaal het maandloon van de erflater plus driemaal het maandloon van de echtgeno(o)t(e). Wat wordt hierbij als vertrekpunt genomen?
Uitgangspunt is het fiscale loon (dus inclusief bijtelling auto) exclusief incidentele beloningen, verhoogd met 1/12 van de vakantiebijslag. Maar wat nu als je deze uitkering voor jouw cliënt bent vergeten? In de Wet op de loonbelasting 1964 is hierover geen termijn opgenomen. Wél moet de uitkering in verband met het overlijden hebben plaatsgevonden. In de literatuur wordt verdedigd dat nu de wet geen termijn noemt, de termijn van uitkering ook niet van belang is voor de vrijstelling. Het is dus in elk geval verdedigbaar om na het verstrijken van een of enkele jaren na het overlijden alsnog de uitkering te doen en de vrijstelling te claimen.
Let op
De uitkering heeft dan effect op de mogelijk al gedane aangifte erfbelasting. De uitkering van driemaal het loon van de erflater is voor 2/3 belast met erfbelasting. De uitkering van driemaal het loon van de partner van de erflater is uiteraard onbelast voor de erfbelasting.
Tip
Heb je cliënten die onlangs zijn overleden en hiervoor in aanmerking kwamen? Verwerk de vrijgestelde uitkering in dat geval alsnog.