Herziening pensioenstelsel – kwalijke gevolgen voor tijdelijke lijfrentes
In de Wet toekomst pensioenen (Wtp) worden de juridische en fiscale regels voor het nieuwe pensioenstelsel vastgelegd. In de Memorie van Toelichting (MvT) bij deze wet spreekt het kabinet de wens uit om de tweede pijler (pensioen) en de derde pijler (lijfrente) zoveel mogelijk te harmoniseren. Daarbij wil men het regime van de tweede pijler leidend laten zijn. Dat zie je bijvoorbeeld terug in het voorstel om de aftrek in de jaarruimte aan te passen. De maximale aftrek komt meer op het niveau van de maximaal toegestane pensioenpremie. Daarnaast denkt men erover om de verschillende tijdelijke lijfrentesoorten af te schaffen.
Commentaar
Op zich is het een loffelijk streven om het Nederlandse systeem van oudedagsvoorzieningen zoveel mogelijk te harmoniseren. Tijdelijke lijfrentes bieden momenteel een oplossing voor relatief kleine lijfrentekapitalen die tot uitkering komen. Het moet alleen niet zo worden, dat je met een lijfrentekapitaal van € 50.000 wordt gedwongen om daar een levenslange uitkering voor te bedingen. Zorg er daarom voor dat er bij het harmoniseren voldoende mogelijkheden komen om te kunnen variëren in de hoogte van de uitkeringen. Het eventueel schrappen van tijdelijke lijfrentevarianten moet gepaard gaan met een heroverweging van de hoog-laagconstructie, zoals die nu voor de tweede pijler geldt.