Corona items

NOW en loondoorbetaling bij oproep- en min-max-contracten?

gepubliceerd op: 07 april 2020

De overheid wil met de NOW-regeling onder meer dat werkgevers tijdens de subsidieperiode ook oproepkrachten in dienst houden en dat min-max-contracten in stand blijven. Volgens de Minister zouden ook uitzendondernemingen een nieuw contract voor de subsidieperiode kunnen aanbieden aan uitzendkrachten in fase 1 of 2, van wie door het uitzendbeding de arbeidsovereenkomst is beëindigd. Voordat werkgevers de oproep van de Minister opvolgen, attenderen we je op de volgende aandachtspunten.

1. Ketenregeling
Ten eerste moet worden beoordeeld of de (hernieuwde) voortzetting van het dienstverband kan plaatsvinden binnen een bestaande arbeidsovereenkomst. Of dat een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd moet worden aangeboden, die na 36 maanden werken en/of 3 eerdere arbeidsovereenkomsten (de ketenregeling) van rechtswege zou kunnen veranderen in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De NOW maakt immers
geen uitzondering op de ketenregeling. De werkgever zou dan na de subsidieperiode aan de werknemer en het bijbehorende loon (zonder subsidie) ‘vast’ zitten, zonder dat er uitzicht is op snel herstel van het werkaanbod.

2. Hoogte doorbetaald loon
Ten tweede doet zich de vraag voor wat de hoogte zou moeten zijn van het tijdens de subsidieperiode door te betalen loon aan oproepkrachten en medewerkers met nul-uren en min-max-contracten. Bij min-max-contracten is dit het overeengekomen loon voor het minimum aantal uren. Bij oproepkrachten en krachten met nul-urencontracten die langer dan 6 maanden bij de werkgever in dienst zijn (geweest), is dit het gemiddelde loon over de laatste 3 maanden. Is dit loon niet representatief, dan is dit het gemiddelde loon over de laatste 12 maanden. Bij oproepkrachten en medewerkers met nul-urencontracten die minder dan 6 maanden bij de werkgever hebben gewerkt, kan het door te betalen loon worden gebaseerd op het gemiddelde loon over de laatste 3 maanden. Dit is conform het rechtsvermoeden van de omvang van een arbeidsovereenkomst, of - indien er nog geen 3 maanden is gewerkt - het laatste loontijdvak. Daarmee lijkt, arbeidsrechtelijk gezien, de vraag wel oplosbaar maar de NOW brengt nog een belangrijke beperking aan.

Een belangrijk argument van de Minister bij de oproep aan werkgever om tijdelijke krachten tijdens de subsidieperiode in dienst te houden, is dat werkgevers bij 20% of meer omzetverlies 90% van de loonkosten krijgen vergoed. Dat is echter volgens de NOW-regeling slechts het geval als de tijdens 1 maart t/m 31 mei 2020 door te betalen loonsom niet hoger is dan de in januari 2020 betaalde loonsom. Is dat wel het geval, dan krijgt de werkgever niet meer subsidie.

Hoewel deze informatie met zorg is samengesteld, adviseren wij om bij twijfel onze adviseurs te raadplegen voor een actueel en passend advies.