Arbeid en Recht

HR: bij overgang van onderneming raak je het LKV niet kwijt!

gepubliceerd op: 10 juni 2024

Stel, een eenmanszaak neemt een werknemer (56+) aan. Deze werknemer geniet in de maand voorafgaand aan de dienstbetrekking een WW-uitkering, waardoor hij aan de voorwaarden voldeed voor een doelgroepverklaring. De werkgever mocht het loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemer claimen. De ondernemer maakte echter een duur foutje. Zijn echtgenote ging mee-ondernemen en de eenmanszaak werd een vof. Behalve deze formele wijziging veranderde er voor de werknemer helemaal niets. Er ontstond hierdoor alleen wel een nieuwe inhoudingsplichtige.

De Belastingdienst vond dat deze werknemer bij de ‘nieuwe’ werkgever niet aan de voorwaarden voldeed om het LKV ook daar te mogen toepassen. Hij was namelijk niet werkloos in de maand voordat hij bij de vof in dienst trad. Dat was pech….LKV weg! De werkgever ging in beroep.
Het gerechtshof oordeelde dat het recht op LKV bleef bestaan. Er was sprake van een overgang van onderneming en in de maand voor de oorspronkelijke datum in dienst was de werknemer werkloos. Ook de doelgroepverklaring was nog steeds geldig, zo oordeelde het hof. De Hoge Raad oordeelt nu dat het kwijtraken van het LKV door overgang van onderneming niet te verenigen valt met het doel van de LKV’s op grond van de Wtl. Uitgangspunt moet de oorspronkelijke datum van indiensttreding zijn. De doelgroepverklaring bleef om dezelfde redenen geldig. Wel moet de nieuwe inhoudingsplichtige opnieuw een verzoek om een LKV doen, wat in casu ook gedaan was. De werkgever werd in het gelijk gesteld!

Hoewel deze informatie met zorg is samengesteld, adviseren wij om bij twijfel onze adviseurs te raadplegen voor een actueel en passend advies.