Hoe presenteert u vorderingen op en leningen aan aandeelhouders in de jaarrekening?
Kleine rechtspersonen mogen in de jaarrekening de posten financiële vaste activa, kortlopende vorderingen, langlopende schulden en kortlopende schulden presenteren als één bedrag. In de inrichtingsjaarrekening wordt dit echter vaak gesplitst. In dat geval bestaat een van de subposten uit de vorderingen op en leningen aan participanten (en deelnemingen). Bij participanten wordt weleens aan aandeelhouders gedacht, maar de wet verwijst naar deelnemende rechtspersonen. Vorderingen op en leningen aan aandeelhouders-natuurlijke personen vallen dus onder de post Overige vorderingen c.q. overige schulden.
Kleine rechtspersonen mogen in de jaarrekening de posten financiële vaste activa, kortlopende vorderingen, langlopende schulden en kortlopende schulden presenteren als één bedrag. In de inrichtingsjaarrekening wordt dit echter vaak gesplitst. In dat geval bestaat een van de subposten uit de vorderingen op en leningen aan participanten (en deelnemingen). Bij participanten wordt weleens aan aandeelhouders gedacht, maar de wet verwijst naar deelnemende rechtspersonen. Vorderingen op en leningen aan aandeelhouders-natuurlijke personen vallen dus onder de post Overige vorderingen c.q. overige schulden.