Formeel Recht

Megaboete tabaksconcern gaat in rook op

gepubliceerd op: 11 november 2025

In een recent arrest heeft het Gerechtshof Amsterdam geoordeeld over enorme navorderingsaanslagen met eveneens zeer omvangrijke boetes, die zijn opgelegd aan een internationaal tabaksconcern. Het uitgebreide arrest van maar liefst 278 pagina’s biedt veel interessants op het gebied van het formele belastingrecht. Met name met betrekking tot de bewijslast die geldt ten aanzien van het stellen van verkapte winstuitdelingen in de vennootschapsbelasting (Vpb) en het opleggen van vergrijpboetes. Die zaken komen ook in de mkb-praktijk veelvuldig voor, waardoor ze ook voor jouw cliënten van belang zijn. Hierna pikken wij er het meest spectaculaire voor je uit.

Het concern had in 2008 licentierechten verkregen voor een waarde van € 1 miljard. Bij de beëindiging van die rechten werd de exploitatie daarvan binnen het concern in het Verenigd Koninkrijk voortgezet. Het concern gaf geen vergoeding voor de waarde ervan aan in haar aangifte Vpb. Het hof oordeelt, in navolging van de inspecteur, dat sprake was een onzakelijke onttrekking aan het vermogen van belanghebbende ter grootte van ruim € 1,3 miljard. Er was voldaan aan alle bewustheidsvereisten zodat die correctie in stand bleef. Maar het hof vernietigt de in verband met de beëindiging van de licentierechten opgelegde vergrijpboete van € 125 miljoen. Voor een vergrijpboete is (voorwaardelijke) opzet nodig. Dat betekent dat de belastingplichtige wist dat er een aanmerkelijke kans bestond dat als gevolg van de aangifte te weinig belasting zou worden geheven en dat zij die kans toen ook bewust heeft aanvaard.

Reddende brief
In dit geval wordt het concern gered doordat zij voorafgaand aan de indiening van de aangifte Vpb 2016 een brief aan de inspecteur heeft gezonden, waarin zij haar in de aangifte ingenomen standpunt over de fiscale gevolgen van de beëindiging van de licentierechten uitlegt. Dit onder verwijzing naar de eerder hierover met de inspecteur gevoerde correspondentie en overleggen. Bovendien heeft zij in deze brief aangeboden om de inspecteur desgewenst van nadere informatie te voorzien. Daaruit blijkt volgens het hof dat het concern de aanmerkelijke kans, dat als gevolg van de aangifte te weinig belasting zou worden geheven, uitdrukkelijk niet op de koop toe heeft genomen.

Tip
Soms twijfel je over de juistheid van een post in de aangifte die je indient namens je cliënt, of weet je dat de inspecteur er anders over denkt dan jij. In dat geval is het raadzaam om de inspecteur via een aparte brief op de hoogte te stellen daarvan. Als de aangifte dan eventueel na een procedure onjuist blijkt te zijn, en je ook geen objectief pleitbaar standpunt blijkt te hebben, loopt je cliënt in elk geval geen risico op een vergrijpboete.

Hoewel deze informatie met zorg is samengesteld, adviseren wij om bij twijfel onze adviseurs te raadplegen voor een actueel en passend advies.