Fiscaal

Nederlandse woning geen hoofdverblijf – woning en schuld in box 3

gepubliceerd op: 27 november 2025

Een man woont in Duitsland. Hij en zijn echtgenote hebben sinds 2011 ook een woning in Nederland. Deze woning staat hen voor eigen gebruik ter beschikking en wordt niet verhuurd. De man bewoont de Nederlandse woning vanaf 26 oktober 2021. In zijn IB-aangiften over 2017 en 2018 geeft hij de woning aan in box 1 als toekomstig hoofdverblijf. De inspecteur meent dat de woning een box-3-woning is en legt IB-navorderingsaanslagen op over 2017 en 2018. Hof Den Bosch geeft hem gelijk. De Nederlandse woning voldoet in 2017 en 2018 niet aan de geldende criteria om te kwalificeren als eigen woning/hoofdverblijf.

De Nederlandse woning kan in 2017 en 2018 alleen een eigen woning zijn als de woning:

  • leeg staat; of
    in aanbouw is; en
  • uitsluitend bestemd is om in 2017 en 2018 of in een van de daaropvolgende 3 jaren als eigen woning/hoofdverblijf ter beschikking te staan.

De Nederlandse woning staat in 2017 en 2018 niet leeg en is dan ook niet meer in aanbouw. Sinds 2013 was de woning namelijk al voorzien van meubels en in 2017 en 2018 verbleven de man en de vrouw er regelmatig enkele weken. De man moet de Nederlandse woning als buitenlands belastingplichtige tot zijn box-3-grondslag rekenen. Dat geldt ook voor de Duitse lening die hij is aangegaan voor de aankoop van de woning. De navorderingsaanslagen blijven in stand.

Hoewel deze informatie met zorg is samengesteld, adviseren wij om bij twijfel onze adviseurs te raadplegen voor een actueel en passend advies.