Wanneer mogelijke discontinuïteit vermelden in toelichting in de jaarrekening?
Bij dreigende discontinuïteit moet vaak een toelichting in de jaarrekening worden gegeven. In 2023 heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) aan de hand van een aantal RJ-Uitingen duidelijkheid gegeven met betrekking tot deze toelichting. Ook is hierin aangegeven wanneer deze toelichting toegevoegd moet worden aan de jaarrekening. Voornoemde uitingen zijn inmiddels verwerkt in RJ 170 en RJk A2. Daarnaast zijn de wijzigingen van toepassing op micro-rechtspersonen (RJk M1). Er wordt gebruik gemaakt van vier scenario’s, waarin het begrip ‘materiële onzekerheid’ over de continuïteit een belangrijke rol speelt.
Alleen bij scenario 1 (er is niets aan de hand) hoeft er geen toelichting te worden opgenomen in de jaarrekening. Zijn er wel zorgen over de continuïteit, maar er is geen materiële onzekerheid (scenario 2)? Dan moeten belangrijke oordelen, schattingen en onzekerheden, indien noodzakelijk voor het vereiste inzicht, worden toegelicht. Bij scenario 3 is er wel sprake van een materiële onzekerheid. In de toelichting in de jaarrekening moeten dan ook de woorden ‘materiële onzekerheid’ worden gebruikt. Scenario 4 beschrijft de situatie van onontkoombare discontinuïteit.
Tip
Ga na of de toelichting in de jaarrekening voldoet aan de vereisten van de standaard. De afgrenzing tussen scenario 2 en scenario 3 bevat oordeelsvorming van het management. De aard en omstandigheden van het risico, de eventueel mitigerende maatregelen én de kans dat deze maatregelen gaan werken spelen mee bij de overwegingen of er al dan niet sprake is van een materiële onzekerheid.