Nieuws - Hoe zet je je vermogen zo goed mogelijk aan het werk voor je kinderen?

Ondernemers met vermogen van enige omvang staan uiteindelijk voor de keuze hoe zij dit bij leven willen overdragen, of willen laten vererven. Ook al is de onderneming inmiddels verkocht, vaak rendeert het vermogen ook daarna nog goed. De rendementshoogte en het ambitieniveau zijn belangrijk voor de te maken keuze.

Laten we de casus van Freek en Jenny bezien. Freek is 60 jaar, getrouwd in gemeenschap van goederen met Jenny (59), en samen hebben zij twee volwassen kinderen: Timo (32) en Hannes (30). De werkmaatschappij is onlangs verkocht, en de koopsom is geheel ontvangen. In de holdingvennootschap prijkt een beleggingsportefeuille van € 10 miljoen, die ook ongeveer het eigen vermogen van de bv is. Het privévermogen van Freek en Jenny bestaat nagenoeg geheel uit een beleggingsportefeuille van circa € 2 miljoen. Het beheer van beide portefeuilles is professioneel uitbesteed.

Denken in scenario’s

Freek en Jenny weten wel dat bij hun beider overlijden inkomsten- en erfbelasting moet worden betaald. Zij houden rekening met circa 45%, oftewel ruim € 5 miljoen aan afdracht. Dit wordt echter een veelvoud daarvan, als Freek of Jenny zijn of haar statistische leeftijd bereikt en als de beleggingsadviseurs gedurende die tijd een gemiddeld rendement blijven behalen. Beide zijn geen wilde veronderstellingen. Zou Freek of Jenny nog 25 jaar leven, en zou gedurende die tijd een rendement worden behaald van 6% na belasting? Dan nemen beide portefeuilles toe tot respectievelijk € 43 miljoen in de bv en circa € 8,6 miljoen in privé. De afdrachten aan inkomsten- en erfbelasting zijn dan (bij de huidige tarieven)[1] grosso modo evenredig hoger.[2]

[1] Zie het fiscale programma van zowel D66 als GL/PvdA m.b.t. het tarief schenk- en erfbelasting. Beide pleiten voor het simpelweg laten vervallen van het 10%- en 20%-tarief.

[2] Ik zie hier af van arbitrage met het renteventiel na het eerste overlijden. Uiteraard kan daarmee worden bespaard, maar niet echt veel als beide ouders oud worden.

Mogelijkheden verkennen

Uitgaande van de veronderstelling dat het vermogen van Freek en Jenny blijft ‘compounden’, zien de toekomstige afdrachten bij overlijden dus naar verwachting vooral op de toename van het vermogen, (veel) meer dan op het stamvermogen zelf. Puur uit oogpunt van besparing op deze afdrachten ligt het dus erg voor de hand om naar mogelijkheden te zoeken om het vermogen in een relatief vroeg stadium aan het werk te zetten voor Timo en Hannes.[3]

Laten we eerst het privévermogen van Freek en Jenny bezien. Op welke wijze kan bijvoorbeeld de toename van de privéportefeuille voor rekening en risico van Timo en Hannes komen? Het lijkt het meest voordelig om de privéportefeuille ineens en geheel over te dragen tegen een geldlening, in circa 7 jaar af te lossen, en deze lening in termijnen van circa € 160.000 per kind per jaar kwijt te schelden. Het voordeel wordt dan in geringe mate mede bepaald door de minimale rente die aan de kinderen moet worden berekend tijdens de looptijd van de lening. Nu het een lening u/g in privé betreft, kan worden volstaan met een rente die Freek en Jenny elders hadden kunnen krijgen onder gelijke condities, verhoogd met een risico-opslag. Als de rente te laag is, kan immers in de verstrekking van de lening een schenking worden gezien. Het belang bij een lage rente is voor wat betreft de privéportefeuille voor Timo en Hannes relatief laag, aangezien de lening een looptijd heeft van maximaal circa 7 jaar, waarbij uit de jaarlijkse schenkingen wordt afgelost. Om de lening geheel af te wikkelen, zijn per kind bij een rente van 2% kwijtscheldingen nodig van in totaal € 1.055.000, bij 4% € 1.120.000 en bij 6% € 1.200.000. Gezien de verwachte eindwaarde maakt dit op de totale besparing door de overdracht van de privéportefeuille geen relevant verschil.

 Box-3-effecten
Uiteraard zijn er ook box-3-effecten, als Freek en Jenny in privé een lening verstrekken aan Timo en Hannes, maar deze zijn mijns inziens te overzien. In 2026 en 2027 is er nog een mismatch met betrekking tot de behandeling van de vordering bij Freek en Jenny en de schuld bij Timo en Hannes. De tegenbewijsregeling lijkt voor Freek en Jenny soelaas te bieden. Vanaf de invoering van de WWR wordt de box-3-belasting gebaseerd op het werkelijke rendement, en doet de mismatch zich niet meer voor.

[3] Er kunnen allerlei redenen zijn om dit niet te doen, maar die laat ik hier verder onbesproken.

Wat te doen met het vermogen in de bv (de grote beleggingsportefeuille)?

Timo en Hannes kunnen zelf in privé een lening opnemen bij de bv van Freek, of zij richten zelf een bv op die een lening opneemt. Bij deze leningen zijn de rente en zekerheden de punten waar het om draait. Op 5 april 2024 heeft de Hoge Raad geoordeeld[4] dat ingeval een bv een onzakelijke lening verstrekt aan een bv van een familielid, sprake kan zijn van een te belasten gift. Deze gift wordt dan berekend op de waarde van het vruchtgebruik, volgens de regels van het Uitvoeringsbesluit Successiewet. De Kennisgroep (KG) van de Belastingdienst gaat nog iets verder.[5] Het standpunt van de KG luidt dat in deze situatie de gift wordt berekend op de waardestijging van de aandelen van de geldlenende bv als gevolg van de onzakelijke lening. Of de KG hier gelijk in gaat krijgen, zal nog moeten blijken. Helder moet zijn dat een onzakelijke lening, waarbij de rente niet meer kan worden verzakelijkt, in elk geval moet worden voorkomen. Voor de basisrente is het arrest van de Hoge Raad van 5 februari 1997[6] mijns inziens nog steeds leidend. De bv van Freek mag uitgaan van de onder gelijke condities gederfde rente, met enkel een risico-opslag. Die laatste moet wel afdoende zijn, maar is uiteraard sterk afhankelijk van de geboden zekerheden. Wat kunnen Freek en zijn gezin hiermee?

[4] HR 5 april 2024, nr 22/03175.

[5] KG:063:2024:9.

[6] HR 5 februari 1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3236.

Lening opnemen in privé of vanuit bv

In elk geval kunnen Timo en Hannes zelf in privé een lening opnemen bij de holding van Freek. Als Freek geen extra box-2-belasting wil betalen, is deze lening beperkt tot € 500.000 per kind.[7] Dit biedt alleen soelaas als de door Timo en Hannes aan de bv te betalen rente substantieel lager kan zijn dan het naar verwachting met de portefeuille te behalen rendement. Hetzelfde geldt als Timo en Hannes een bv oprichten die een lening opneemt bij de bv van Freek. Op zich kan die lening veel hoger zijn, omdat dan de norm voor het excessief lenen niet van toepassing is. Rechtspersonen (ook gelieerde) kunnen immers geen verbonden persoon zijn.[8] Voor beide leningen geldt, zogezegd, dat de basisrente kan worden gesteld op de door de bv van Freek onder gelijke condities gederfde rente, verhoogd met een adequate risico-opslag.

[7] Of € 750.000 per kind als Freek en Jenny zelf nog geen schuld aan de bv hebben.

[8] Zie art. 4.14b, eerste lid, slotzin.

Stapsgewijze aanpak

Aangezien het door de inspecteur in te nemen standpunt lijkt te worden bepaald door genoemd KG-besluit, zou ik Freek en Jenny maximaal het volgende adviseren. Ten eerste: draag de privé-portefeuille over tegen een lening met een ruim afdoende rente en laat deze aflossen uit belaste schenkingen in circa 7 jaar. Laat vervolgens de bv van Freek een aanvullende lening verstrekken aan Timo en Hannes in privé (maximaal tot de norm van excessief lenen). Verstrek deze lening getrapt, zodanig dat de dekking vanuit het privévermogen van Timo en Hannes steeds afdoende is en blijft en hooguit gelijke tred houdt met de jaarlijkse belaste schenkingen en de toename van de portefeuille.

Pas nadat in hun privévermogen aanvullend ruimte ontstaat voor dekking, kunnen Timo en Hannes eventueel ook een bv oprichten en die bv een lening laten opnemen. Alleen dan is een beperkte risico-opslag verdedigbaar.

Op deze wijze kunnen vermogende ouders het door hen vergaarde vermogen al tijdens leven voor hun kinderen aan het werk zetten met een zo beperkt mogelijke heffing.

Auteur

Erik Tops portret 2

mr. Erik Tops REP
fiscalist • estate planning

013 513 0095
e.tops@fiscount.nl

Mr. Erik Tops is verbonden aan Fiscount als fiscalist/estate planner.