Ons waterperceel is privé – of toch niet?
De eigenaren van een recreatiewoning en een waterperceel wilden niet dat anderen van het waterperceel gebruik konden maken. Zij hebben dit daarom per brief medegedeeld aan andere eigenaren van recreatiewoningen. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een gerechtelijke procedure. Daarbij stond ter discussie of de betreffende brieven ertoe hebben geleid dat het waterperceel niet openbaar is geworden. Op 15 november 2024 heeft de Hoge Raad moeten oordelen of het betreffende water openbaar is of niet. De wet bevat echter geen regels aan de hand waarvan je kunt vaststellen of een waterperceel openbaar is. Het feitelijke gebruik van het water is daarom bepalend.
Hoewel de eigenaren van het waterperceel een brief hadden geschreven waarin stond dat het water niet openbaar gebruikt mocht worden, hadden zij er niet voor gezorgd dat dit ook voor derden duidelijk was. Iedereen had dus de mogelijkheid om gebruik te maken van het water.
De eigenaren van het waterperceel hadden deze situatie kunnen voorkomen door – voordat het water openbaar was geworden – duidelijk naar buiten toe kenbaar te maken dat het niet is toegestaan om zonder toestemming het waterperceel te betreden. Dit hadden zij kunnen doen door duidelijk zichtbare borden te plaatsen. De eigenaren halen nu bakzeil, want als het water eenmaal openbaar is, dient de eigenaar van dat water normaal gebruik daarvan te dulden.