Twee keer geschoten, altijd mis?
Een vader van vier kinderen heeft een mooie zilvervloot opgebouwd voor het nageslacht. Om precies te zijn een zilverportefeuille met een waarde op 31 december 2010 van € 702.323,65. In 2020 heeft vader de zilverportefeuille, die op naam stond van de kinderen, verkocht en het geld dat vrijkwam van de rekening van de kinderen (grotendeels) op zijn eigen rekening geboekt. Lang verhaal kort: de zilvervloot is gezonken, het geld is weg. Een van de dochters heeft in reactie daarop in 2022 op eigen naam een procedure ingesteld bij de rechtbank in Amsterdam, omdat zij vindt dat haar vader onrechtmatig gehandeld heeft.
Rechtbank Amsterdam heeft de vordering afgewezen, omdat ze deze – kort gezegd – namens de gemeenschap had moeten indienen (en niet op eigen naam). Nadat de rechtbank het vonnis heeft gewezen, heeft haar broer namens de gemeenschap (dus alle kinderen samen) een procedure ingesteld bij de rechtbank in Belgisch Limburg. De Belgische rechter heeft zich bevoegd verklaard om op de vordering te beslissen, maar nog geen vonnis gewezen. De dochter stelt vervolgens, ook namens de gemeenschap, een grotendeels zelfde vordering in bij de Rechtbank Amsterdam. Gaat de Rechtbank Amsterdam zich nu ook (nog een keer) over deze zaak buigen?
Welke rechtbank mag beslissen?
De Nederlandse rechter oordeelt dat zij in dit geval niet bevoegd is om te beslissen op de vordering die door de dochter, namens de gemeenschap, is voorgelegd. Als een rechtszaak wordt aangebracht voor gerechten van verschillende Europese lidstaten (in dit geval Nederland en België), dan houdt de rechtbank waar de zaak het laatst is aangebracht de zaak aan. De rechtbank doet dat totdat vaststaat dat de rechtbank waar de zaak het eerst is aangebracht bevoegd is om op de vordering te beslissen (Brussel I-bis artikel 29, lid 1). Als de bevoegdheid van de rechtbank waarbij de zaak is aangebracht vaststaat, verklaart de rechtbank waar de zaak het laatst is aangebracht zich onbevoegd (Brussel I-bis artikel 29, lid 2). Deze zaak (namens de gemeenschap) is als eerste door de broer aangebracht bij de rechtbank in België. Alleen de rechtbank in België is daarom bevoegd om op de vordering te beslissen.
Als je meer wilt weten over internationaal procesrecht kun je contact opnemen met onze specialist mr. Natasja Rensen van Avanti Jure. Avanti Jure werkt samen met Fiscount.