Arbeid en Recht

Wetsvoorstel premiekortingen Aof en grens kleine-middelgrote werkgever in Whk aangenomen

In de Fiscasus van 8 december 2020 is geschreven over een wetsvoorstel, waarin onder meer de premiekortingen op de premie Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) vanaf het premiejaar 2022 afhankelijk zijn gesteld van het premieloon van de onderneming over het jaar 2020. In dit wetsvoorstel werd de grens van het premieloon over het jaar 2020 tussen kleine en middelgrote werkgevers voor de premie Werkhervattingskas over het jaar 2022 verhoogd van € 346.000 (2020) naar circa € 880.000. De Eerste Kamer nam dit wetsvoorstel op 15 december 2020 aan, waarmee het nu een definitief karakter heeft. Wat zijn de gevolgen hiervan voor jouw klanten in diverse situaties?

Premie Aof

De premie Aof bedraagt voor het jaar 2021 7,03%. Op basis van de nu bekende cijfers kan het premievoordeel over het premiejaar 2022 voor kleine werkgevers met een premieloon van maximaal ongeveer € 880.000 in het jaar 2020 bijvoorbeeld worden weergegeven als:

 

Percentage korting      bij een premieloon van € 346.000     bij een premieloon van € 880.000

1,10%                         € 3.806,00*                                        €  9.680,00*

0,73%                         € 2.525,80                                          €  6.424,00

1,83%                         € 6.331,80                                          € 16.104,00

 

Het staat kleine werkgevers vrij om de premievoordelen in de premie Aof al dan niet te investeren in de MKB-ontzorg-verzuimverzekering of om de bestaande verzuimverzekering te handhaven.

Gedifferentieerde premie Werkhervattingskas over het premiejaar 2022

Over het premiejaar 2022 worden werkgevers met een premieloon over het jaar 2020 tot en met ongeveer € 880.000 als ‘kleine’ werkgevers aangemerkt. De groep werkgevers met een premieloon over het jaar 2020 tussen € 346.001 tot en met ongeveer € 880.000 gaat ook een vaste sectorpremie Werkhervattingskas betalen. Wat betekent dit concreet voor werkgevers in de laatstbedoelde groep? De volgende effecten kunnen worden onderkend:

  • Werkgevers zonder of met een zeer laag aantal langdurig zieke werknemers kunnen worden geconfronteerd met een hogere (sector)premie.
  • Uitkeringen ZW en WGA van werknemers die tot en met het jaar 2020 ‘ziek uit dienst’ zijn gegaan, werken niet meer door in de individuele premie Werkhervattingskas van de werkgever.

Het maken van bezwaar bij het UWV tegen die uitkeringen kan niet leiden tot een ander resultaat.

  • Aan werkgevers toegerekende uitkeringen ZW en/of WGA, die in het premiejaar 2021 nog een hogere gedifferentieerde premie Werkhervattingskas voor werkgevers tot gevolg hadden, werken vanaf het premiejaar 2022 niet meer door in de premie Werkhervattingskas van de individuele werkgever. De werkgever betaalt over het premiejaar 2022 immers een vaste sectorpremie Werkhervattingskas.
  • Werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de ZW en/of WGA, en voor wie de premie Werkhervattingskas op ‘nul’ is gesteld, ondervinden geen gevolgen van de wijziging in de grens voor kleine-middelgrote werkgevers voor de premie Werkhervattingskas. Zij kunnen wel gaan beoordelen of terugkeer naar het publieke bestel per 1 januari 2022 voor hen financieel aantrekkelijker is dan het private bestel.

Dit artikel is geschreven door onze adviseur arbeidsrecht en sociale zekerheid, Ron van Baarlen.