Pensioen

Slotuitkering bij overlijden verschilt per uitvoerder

In pensioenregelingen en lijfrentecontracten komt een diversiteit aan bepalingen voor met betrekking tot wat er nog aan een laatste termijn wordt uitgekeerd na overlijden. Vaak zal bij uitkering in maandtermijnen een slotuitkering toegezegd zijn. Dit wil zeggen dat bijvoorbeeld bij overlijden van een pensioengerechtigde op 5 april, de laatste pensioentermijn van april nog volledig wordt betaald. Het partnerpensioen begint dan met uitkeren per 1 mei. In dit systeem wordt dubbele uitkering in de overlijdensmaand voorkomen. Bij uitkering in kwartaaltermijnen, per halfjaar of per jaar, zal dat vaak een pro rata slotuitkering zijn.

Een werkgever kan bij overlijden maximaal drie onbelaste maandtermijnen toekennen, ook als het DGA-pensioen in eigen beheer betreft. Die pensioenlasten zijn aftrekbaar voor de bv. In pensioenfondsregelingen zien we ook terug dat er slotuitkeringen van 2 of 3 maanden ouderdomspensioen worden uitgekeerd aan de nabestaande partner of kinderen.