Pensioen

RVU-regeling in het nieuws – vakbonden stellen ultimatum

Indien een werknemer eerder stopt met werken dan dat zijn of haar AOW ingaat, is er sprake van een ontslag. Als de werkgever bij ontslag van de medewerker voor zijn of haar AOW geld(en) meegeeft ter overbrugging richting het pensioen, dan moet de werkgever daarover in beginsel een zogenoemde RVU-boete betalen van 52%. Een regeling voor vervroeging van pensioen voor zware beroepen is niet van de grond gekomen. Maar daarvoor in de plaats is er in 2021 wel de tijdelijke RVU-drempelvrijstelling gekomen, die voor alle werknemers geldt. Hoe ziet die drempelvrijstelling eruit?

Elke werkgever kan maximaal 3 jaar vóór ingang AOW van de werknemer € 2.182 (bedrag: 2024) bruto per maand ‘meegeven’ (of soms ook als bedrag ineens) zonder de 52% boete te hoeven betalen. Deze drempelvrijstelling geldt evenwel slechts tot eind 2025. Vakbond CNV heeft begin dit jaar de politiek gevraagd om het vroegpensioen voor zware beroepen na eind 2025 te verlengen. Anders dan de berichtgeving in de media over ‘vroegpensioen’ doet vermoeden, is dit geen pensioengeld van een pensioenfonds of pensioenverzekeraar, maar geld van de werkgever zelf. Soms wordt daar een pot geld voor opzij gezet in een sociaal fonds of iets dergelijks. De vakbonden FNV, CNV en VCP hebben demissionair minister Schouten 15 mei aanstaande als ultimatum gesteld om met een oplossing te komen, anders dreigen stakingen. Bekend is nu al dat de minister geen stappen zet in dit vroegpensioendossier. Wel geeft zij aan met werkgevers en werknemers aan tafel te willen, maar de standpunten liggen ver uit elkaar.

Commentaar
Binnen onze pensioenwetgeving bestaan er al mogelijkheden om ‘echt’ vervroegd met pensioen te kunnen, maar dit blijft onderbelicht. Er zijn faciliteiten van voortgezette pensioenopbouw na uitdiensttreding, al dan niet in combinatie met deeltijdpensionering, en er is een tijdelijk hogere pensioenuitkering mogelijk om bijvoorbeeld de eerste jaren tot de AOW financieel te overbruggen. Demotie kan ook een instrument zijn om de laatste werkzame jaren ‘lichter’ in te vullen en ook daarvoor bestaan pensioenfaciliteiten. Verder zal – in plaats van te focussen op eerder stoppen – in de toekomst juist meer moeten worden ingezet op ‘employability’, om in de krappe arbeidsmarkt te bedenken hoe we met ons allen juist langer aan de slag blijven.