Formeel Recht

Aansprakelijkheid vervalt door verjaring belastingschuld – KG trekt standpunt bliksemsnel in

Als een bv failliet gaat, stelt de Ontvanger van de Belastingdienst vaak de bestuurder aansprakelijk voor niet betaalde belastingschulden van de bv wegens ‘kennelijk onbehoorlijk bestuur’. Uit een recent arrest van de Hoge Raad in een zeer lang lopende procedure blijkt dat verleend uitstel van betaling voor de aansprakelijkheidsschuld niet automatisch de verjaringstermijn verlengt van de onderliggende belastingschuld. En als de belastingschuld is verjaard, vervalt ook de aansprakelijkstelling.

De zaak gaat om een bestuurder van twee bv’s die failliet zijn verklaard, waarbij de bestuurder € 31.000 aan de curator/boedel heeft betaald tegen finale kwijting, zonder erkenning van aansprakelijkheid. De ontvanger stelt de bestuurder daarna alsnog aansprakelijk voor onbetaald gebleven LB-naheffingsaanslagen. Volgens Hof Den Haag heeft de ontvanger niet het recht om na de eerdere aansprakelijkstelling door de curator en de ontvanger de bestuurder alsnog aansprakelijk te stellen wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur. De Hoge Raad oordeelde dat het hof dat verkeerd zag, omdat artikel 36.1 van de Leidraad Invordering 2008 dit niet verbiedt. Daarop verwees de Hoge Raad de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam.

Recht op dwanginvordering verjaard
Voor dit hof kwam de bestuurder met een nieuwe stelling. Namelijk dat volgens hem op 4 april 2023 het recht op dwanginvordering van de onderliggende belastingschulden inmiddels was verjaard en dat daarom de hele aansprakelijkstelling moest worden vernietigd. Het hof volgde hem hierin en vernietigde de aansprakelijkstelling. De Hoge Raad onderschrijft het oordeel van het hof, en zegt dat de ontvanger de verjaring van de belastingschuld afzonderlijk en tijdig had moeten stuiten, door hierover een brief naar de aansprakelijkgestelde te sturen. Want als de belastingschuld eenmaal is verjaard, vervalt ook de grond voor aansprakelijkstelling. Hierdoor kwam de bestuurder in deze zaak met de schrik vrij.

Intrekking standpunt
Opvallend snel na dit arrest heeft de Kennisgroep invordering & civiel recht van de Belastingdienst haar andersluidende standpunt van 27 februari 2024 ingetrokken. Het was al opmerkelijk dat de Kennisgroep ondanks het ingestelde cassatieberoep met een standpunt kwam hierover – en niet eerst het oordeel van de Hoge Raad had afgewacht.