Praktijkgedeelte aan woning kwalificeert als aanhorigheid – 2% OVB
Een man en zijn partner kopen een villa bestaande uit een woongedeelte en een (voormalige) praktijkruimte van 62 m². De praktijkruimte is te betreden via een aparte buiteningang naast de voordeur van het woongedeelte. De praktijkruimte is ook vanuit het woongedeelte bereikbaar via twee deuren. Tot 2018 is deze ruimte gebruikt als huisartsenpraktijk. De man heeft bij de aankoop van de villa 2% overdrachtsbelasting (OVB) betaald. De inspecteur meent echter dat de praktijkruimte belast is met 6% OVB, omdat deze ruimte oorspronkelijk als zodanig is gebouwd en daarmee naar zijn aard niet kwalificeert als woning.
Rechtbank Noord-Nederland is het niet met de man eens dat de praktijkruimte door verbouwingen geschikt is geworden voor bewoning. Ook de stelling van de man dat de ruimte niet meer geschikt kan worden gemaakt voor zakelijk gebruik, is onjuist.
Volgens de rechtbank neemt het feit dat de praktijkruimte geen woonbestemming heeft gekregen echter niet weg dat voor deze ruimte het 2%-tarief niet van toepassing kan zijn. Het praktijkgedeelte kwalificeert namelijk als aanhorigheid. Op het moment van de koop van de villa was de praktijkruimte namelijk dienstbaar aan het woongedeelte. Deze kan worden gebruikt als opslagruimte, slaapkamer of hobbykamer. Ook overigens is de praktijkruimte op dat moment functioneel ondergeschikt aan en/of afhankelijk van het woongedeelte. Dit volgt ook uit de indeling van het pand en de relatieve omvang van de praktijkruimte ten opzichte van het woongedeelte. Het verlaagde OVB-tarief van 2% is dus van toepassing op de gehele villa, inclusief de praktijkruimte.