Fiscaal

Eerste reactie staatssecretaris na analyse box-3-uitspraken Hoge Raad

Tijdens het zomerreces verscheen een eerste reactie van het ministerie van Financiën op de box-3-uitspraken van de Hoge Raad van 6 en 14 juni jl. De nieuwe staatssecretaris Idsinga geeft aan dat de door de Hoge Raad gegeven regels voor het bepalen van het werkelijke rendement zullen worden opgenomen in wetgeving. Daar waar er nog vragen zijn over het vaststellen van het werkelijke rendement zal nader onderzoek nodig zijn. In een brief aan de Tweede Kamer zet Idsinga uiteen welke elementen nu duidelijk zijn en wat nader zal worden onderzocht. Ook gaat hij in op de budgettaire gevolgen van het aanvullend rechtsherstel en de gevolgen voor burgers en de Belastingdienst.

Lees meer
Enkele elementen die volgens Idsinga nader moeten worden onderzocht zijn:

  • het eigen gebruik van box-3-onroerende zaken. Levert dit een voordeel op dat tot het werkelijke rendement in box 3 moet worden gerekend?;
  • de waardeontwikkeling van box-3-woningen. Bij box-3-woningen wordt voor de waardeontwikkeling uitgegaan van de WOZ-waarde op de peildatum 1 januari. Hoe moet de waardeontwikkeling worden bepaald als de woning gedurende het jaar wordt aangekocht of verkocht?;
  • de effecten in buitenlandsituaties;
  • de schuldendrempel.

De koepel- en belangenorganisaties (SRA, RB etc.) hebben inmiddels twee keer overleg gehad met het ministerie van Financiën over de vervolgstappen naar aanleiding van het Kerstarrest en de uitspraken van 6 en 14 juni. Zij hebben een overzicht gepubliceerd van de openstaande vragen die zij met het ministerie hebben gedeeld.

Planning voor rechtsherstel
In de brief van Idsinga aan de Tweede Kamer is een indicatief schema opgenomen van ‘de aanvullend rechtshersteloperatie box 3’. Daaruit blijkt onder meer dat het formulier ‘Opgave werkelijk rendement’ pas in juni 2025 beschikbaar komt. Hiermee geven belastingplichtigen gestructureerd hun werkelijke rendement op, waardoor de Belastingdienst het rechtsherstel geautomatiseerd kan afhandelen. De definitieve aanslagen IB 2021 tot en met 2024, waarin rekening is gehouden met de uitspraken van de Hoge Raad, worden pas in het vierde kwartaal van 2025 vastgesteld. De vaststelling van de verminderingsbeschikkingen over 2017 tot en met 2024 wordt pas in het tweede kwartaal van 2026 mogelijk. De aanvullende hersteloperatie heeft grote budgettaire gevolgen. Op Prinsjesdag maakt het kabinet de dekking van deze gevolgen bekend.

Let op
Binnenkort worden wel definitieve IB-aanslagen 2021 opgelegd vanwege het verlopen van de 3-jaarstermijn aan het einde van het jaar. Belastingplichtigen ontvangen hierover eerst een brief van de Belastingdienst. In deze aanslagen zijn de uitspraken van de Hoge Raad echter niet verwerkt. Hetzelfde geldt voor de inmiddels al opgelegde definitieve IB-aanslagen 2023. Voor al deze aanslagen kan het verstandig zijn om tijdig (binnen 6 weken) bezwaar te maken om rechten veilig te stellen.