Fiscaal

Aflossingsverplichting niet aangetoond – renteaftrek terecht geweigerd

Een man koopt in 2016 een woning. Hij sluit hiervoor een lening af van € 1.219.000 met een bedrijf. In 2018 wordt de lening geformaliseerd in een overeenkomst, maar daarin wordt uiteindelijk geen aflossingsverplichting opgenomen. In 2016 lost de man niet af op de lening en hij betaalt ook geen rente. In 2017 vindt wel een betaling plaats aan het bedrijf, maar het is niet duidelijk waarop de betaling betrekking heeft. De man trekt in 2017 de rente op de lening af. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur de renteaftrek terecht heeft geweigerd. De lening voldoet namelijk niet aan de wettelijke eisen van een eigenwoningschuld.

Een van de wettelijke eisen voor het bestaan van een eigenwoninglening is de jaarlijkse aflossingsverplichting. Deze moet schriftelijk zijn vastgelegd bij het aangaan van de lening. Het is niet mogelijk om met terugwerkende kracht achteraf een dergelijke verplichting aan te gaan.

Tijdig voldoen aan aflossingsplicht
Het niet tijdig voldoen aan de jaarlijkse aflossingsplicht leidt ertoe dat de lening geen eigenwoningschuld meer is in box 1. In plaats daarvan wordt het een schuld in box 3 waarvan de rente niet aftrekbaar is. Bij bankleningen zal over het algemeen worden voldaan aan de aflossingsplicht, omdat de bank dit verwerkt in de maandelijkse termijnbedragen. Bij een familielening of een lening van de eigen bv is de kans groter dat hier niet (tijdig) aan wordt voldaan.

Tip
Attendeer klanten in voorkomende gevallen op het schriftelijk vastleggen van deze aflossingsplicht bij het aangaan van een lening bij een niet-administratieplichtige. Benadruk hierbij ook het belang om hier jaarlijks tijdig aan te voldoen.