Wetsvoorstel nieuw box-3-regime afgeserveerd – advies aan Tjebbe
Vorige week kwam het advies van de Raad van State uit over het wetsvoorstel voor het nieuwe box-3-regime. De Raad van State verwijst het naar de prullenbak; te complex, het vergt te veel van het ‘doenvermogen’ van de gewone burger. Wat dan wel? Wat te denken van het idee om alle privévermogen te belasten in box 1 naar het winstregime, gecombineerd met een stevige variant op de mkb-winstvrijstelling? Daarmee kan het effectieve tarief aanzienlijk worden teruggebracht ten opzichte van het reguliere box-1-tarief. Wat is het grote voordeel daarvan?
Het grote voordeel van het winstregime is dat hierbij veel leerstukken en technieken al zijn uitgedacht en vaak ook al uitgeprocedeerd. Hoe zou bijvoorbeeld winstrealisatie dan kunnen werken? Dit is een heet hangijzer voor de wetgever in het nieuwe box-3-regime. Door het winstregime toe te passen kan simpelweg leentjebuur worden gespeeld bij het systeem van goed koopmansgebruik. We hebben daar ruime ervaring mee. Je zou zelfs zover kunnen gaan om bijvoorbeeld de herinvesteringsreserve toe te staan – al is de functie-eis uiteraard lastig te toetsen, omdat er geen onderneming is. Ook een relevante vraag is of onderhoud aftrekbaar is dan wel als verbetering moet worden gezien en of er een voorziening voor mag worden getroffen. Al deze onderwerpen zijn in het winstregime geheel uitgewerkt en er is een heleboel jurisprudentie over. Voor de praktijk, en voor de Belastingdienst, is dat een hele grote pre.