Toetreding maatschap met terugwerkende kracht - niet voldaan aan bezitseis BOR

Een man exploiteerde tot eind 1998 in maatschapsverband een melkveehouderij met een familielid. Per 1 januari 1999 is het melkquotum aan hem overgedragen. Vanaf 2010 exploiteert de man met zijn vrouw in maatschapsverband een melkvee- en varkenshouderij. Op 26 april 2016 treedt het familielid toe tot de maatschap, maar hij overlijdt op 1 januari 2017. De man is zijn enige erfgenaam. In zijn aangifte erfbelasting doet de man een beroep op de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). De inspecteur volgt deze aangifte, maar komt daar in 2020 op terug en legt een navorderingsaanslag erfbelasting op, omdat bij nader inzien de BOR ten onrechte is toegepast.
Volgens de inspecteur heeft de man niet aan de bezitseis van 1 jaar van de BOR voldaan. De man stelt echter dat de maatschap met het familielid al sinds 1 januari 2016 bestond. Hij overlegt een maatschapsovereenkomst waarin is vastgelegd dat de overeenkomst van kracht is met terugwerkende kracht tot 1 januari 2016. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een eventuele terugwerkende kracht niet van belang is voor de beoordeling of is voldaan aan de bezitstermijn van 1 jaar. Die termijn start op 26 april 2016, zodat de man op het moment van overlijden van het familielid niet aan de bezitseis voldeed. De navorderingsaanslag is terecht opgelegd.