Estate- en Financiële Planning

Herroeping schenking 2009 beperkt eigenwoningvrijstelling in 2017

gepubliceerd op: 27 april 2025

Een dochter ontvangt in 2009 van haar vader een herroepelijke schenking van € 22.760. In de aangifte schenkbelasting doet zij een beroep op de eenmalig verhoogde vrijstelling. In 2017 sluit zij met haar vader een overeenkomst waarin de schenking uit 2009 wordt herroepen en omgezet in een lening, die op 18 oktober 2027 wordt kwijtgescholden. Op dezelfde dag schenkt vader haar € 80.000. De dochter beroept zich in haar schenkingsaangifte 2017 op de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning van € 100.000. De inspecteur verleent haar slechts een eenmalige vrijstelling van € 27.650, verhoogd met de ouder-kindvrijstelling van € 5.320.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de eigenwoningvrijstelling slechts gedeeltelijk kan worden toegepast. De herroeping in 2017 leidt er namelijk niet toe dat de schenking uit 2009 met terugwerkende kracht teniet is gegaan. Het belastbare feit en ook de destijds toegepaste eenmalig verhoogde vrijstelling blijven in stand. Artikel 82a SW (tekst 2017) bepaalt dan dat de eigenwoningvrijstelling moet worden verlaagd. Daarom kan de dochter op grond van de wet niet tot een hoger bedrag dan al is toegekend een beroep doen op de eenmalig verhoogde vrijstelling.

Beroep op goedkeurend beleid

Ook het beroep van de dochter op het goedkeurend beleid in geval van herroepelijke schenkingen uit 2018 biedt haar geen soelaas. Dat beleid geldt niet als de herroeping in overwegende mate is ingegeven door fiscale motieven. De inspecteur heeft echter onweersproken gesteld dat hier sprake is van fiscale motieven.

Hoewel deze informatie met zorg is samengesteld, adviseren wij om bij twijfel onze adviseurs te raadplegen voor een actueel en passend advies.