Een ongelukkig testament

Op 10 november jl. oordeelde de Hoge Raad over het volgende geval. Een man is getrouwd, zonder kinderen, en maakt in 2006 zijn testament. Hij benoemt zijn vrouw als enige erfgenaam, mits zij bij zijn overlijden nog steeds zijn getrouwd. Zo niet, dan wordt zijn broer enig erfgenaam. In 2009 komt er een echtscheiding én een nieuwe echtgenote, met wie hij twee kinderen krijgt. In 2017 overlijdt de beste man. Er is een – nooit getekend – concept-testament, waardoor het testament uit 2006 geldt. Op grond van de letterlijke tekst erft alleen de broer. De tweede echtgenote eist een verklaring voor recht dat de broer aan het testament uit 2006 geen rechten kan ontlenen. Hoe loopt dat af?
Het hof wijst de claim van de echtgenote af. In cassatie klaagt zij over twee zaken. Het gaat hier om uitleg van het testament uit 2006. De eerste klacht gaat over de uitspraak van het hof dat feiten en omstandigheden van na het maken van het testament alleen kunnen meedoen bij de uitleg als de erflater daarop is vooruitgelopen bij het maken van zijn testament (in casu in 2006). De tweede klacht ziet erop dat het hof geen begrijpelijke aandacht heeft besteed aan de in 2006 niet voorziene wijziging in de huwelijks- en gezinssituatie van de erflater. Het leek er in 2006 niet op dat hij zou gaan scheiden, hertrouwen en kinderen zou krijgen.
Toewijzing klachten
De Hoge Raad wijst beide klachten toe. Het feit dat de man in zijn testament uit 2006 niet is vooruitgelopen op zijn latere huwelijk en kinderen, brengt niet met zich mee dat deze gewijzigde omstandigheden geen rol bij de uitleg zouden kunnen spelen. Het gaat om de vraag of de man met zijn testament ook de door die omstandigheden gewijzigde verhoudingen kennelijk wilde regelen. Dat is een kwestie van uitleg van het testament, waarvoor de Hoge Raad de zaak verwijst naar Hof Den Bosch. Wordt vervolgd.