BTW

Plastic tas belast tegen 21% btw

Een vrouw exploiteert supermarkten onder twee merknamen. Daarbij verkoopt zij ook plastic draagtassen met het logo van de betreffende supermarktformule. De vrouw draagt over de verkoop van de tassen 21% btw af. In bezwaar stelt zij echter dat de plastic tassen als bijkomende prestatie opgaan in haar hoofdprestatie: de verkoop van boodschappen. Daarom zou het gemiddelde btw-tarief van die boodschappen (10,5%) moeten gelden voor de verkoop van de plastic tassen. Hof Amsterdam oordeelt dat de gemiddelde klant de draagtas als een zelfstandige prestatie ziet, waarvoor apart wordt betaald en waarvoor de klant kan kiezen. Over de vergoeding is daarom 21% btw verschuldigd.