BTW

Overgangsrecht btw-verhoging niet voor uitoefenrecht verkoopoptie nieuwbouwwoningen

Een projectontwikkelaar sluit in december 2010 met een stichting een afnamegarantieovereenkomst voor nog te bouwen nieuwbouwwoningen. De stichting garandeert hiermee dat zij de onverkocht gebleven nieuwbouwwoningen zal afnemen tegen een vastgestelde prijs. Eind september 2013 stuur de projectontwikkelaar een voorschotnota naar de stichting. Bij de koopovereenkomst van 15 november 2013 wordt bepaald welke woningen aan de stichting zullen worden geleverd. De woningen worden in 2014 geleverd. De projectontwikkelaar meent dat het overgangsrecht in het kader van btw-tariefsverhoging van 19% naar 21% van toepassing is.

De Hoge Raad oordeelt dat het overgangsrecht in het kader van de tariefsverhoging van 19% naar 21% in 2012 niet van toepassing is op de afnamegarantieovereenkomst. Het overgangsrecht ziet alleen op overeenkomsten die als zodanig strekken tot levering van een woning. Daar vallen dus niet de overeenkomsten onder die enkel strekken tot vaststelling van het recht om op een nader te bepalen datum een verkoopoptie ter zake van een of meerdere woningen uit te oefenen.

Overgangsrecht tariefsverhoging 1 oktober 2012
Het algemene btw-tarief werd op 1 oktober 2012 verhoogd van 19% naar 21%. Een van de overgangsregelingen die daarbij werden getroffen had betrekking op woningen die een projectontwikkelaar ná 30 september 2012 zou leveren volgens een vóór 28 april 2012 gesloten overeenkomst, waarbij de koopsom in termijnen werd betaald. Het oude btw-tarief van 19% was dan nog van toepassing op de termijnen van die overeenkomst die vóór 1 oktober 2013 zouden vervallen.