BTW

Geen FE bij onvoldoende economische betrekkingen

Een holding-bv verhuurt btw-belast een pand inclusief inventaris aan een bv die een cafetaria annex ijssalon exploiteert. Daarvoor reikt zij vanaf mei 2020 facturen uit. De totale omzet van de holding-bv in 2020 bedraagt € 103.051, waarvan € 40.000 betrekking heeft op de verhuur. De holding-bv en de bv hebben dezelfde persoon als (indirect) bestuurder. Hij is ook vennoot van een cv (administratiekantoor), die op 20 augustus 2021 failliet is verklaard. De cv betaalt in 2020 een kleine fee aan de bv in het kader van een gerechtelijke procedure. In geschil is of de holding-bv, de bv en de cv een fiscale eenheid vormen voor de btw.

Niet in geschil is dat de holding-bv en de bv financieel verweven zijn. Maar zijn zij ook organisatorisch en economisch verweven? Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat tussen de holding-bv en de bv een fiscale eenheid voor de btw bestaat. De holding-bv en de bv staan onder gezamenlijke leiding van dezelfde persoon en zijn daardoor organisatorisch verweven. Door de verhuur van het pand inclusief inventaris zijn er ook niet-verwaarloosbare economische betrekkingen tussen de holding-bv en de bv. Daardoor zijn zij ook economisch met elkaar verweven.
De cv kan niet tot de FE behoren. Daarvoor zijn de betrekkingen tussen de cv enerzijds en de holding-bv en de bv anderzijds te gering.