Geen btw-vrijstelling voor uitzendbureau zorgverleners
Een vof drijft in de periode 17 februari 2006 tot en met 17 april 2007 een onderneming die zorgt voor particuliere verpleging en verzorging. Daartoe sluit zij samenwerkingscontracten en overeenkomsten van opdracht met zorginstellingen. De zorgdiensten worden uitgevoerd door zorgverleners en zzp’ers. De vof heeft haar aansprakelijkheid tegenover de zorginstellingen alsook de zzp’ers uitgesloten. Zij past op haar dienstverlening de medische vrijstelling toe. Na een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat de vof deze vrijstelling niet kan toepassen en legt een btw-naheffingsaanslag op over de periode 1 januari 2006 - 31 maart 2007. Is dat terecht?
Hof Amsterdam oordeelt dat de medische vrijstelling niet van toepassing is op de diensten van de vof. Niet zij verleent de zorg aan particulieren, maar dat doen de zorginstellingen. Zij zetten eigen of (onder meer via de vof) ingeleend personeel in. De prestaties van de vof moeten worden aangemerkt als de exploitatie van een uitzendbureau op het gebied van zorgverlening. Op het ter beschikking stellen van zorgpersoneel is de medische vrijstelling niet van toepassing. De vof maakt ook niet aannemelijk dat er sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel of het verdedigingsbeginsel.