Zieke buitenlandse werknemer en vaststelling WIA-uitkering (deel 2)

In dit tweede deel (zie voor deel 1 Fiscasus2310 ) staat opnieuw de WIA-aanvraag centraal van een zieke, in Nederland werkende buitenlandse EU-werknemer, die tijdens de wachttijd naar zijn geboorteland terugkeert. Deze werknemer ontvangt dan ook al een uitkering voor 55% arbeidsongeschiktheid van het Slowaakse ‘UWV’, de Socialna Poistovna (SP). Als het UWV een WIA zou toekennen, ontstaat een samenloop van sociale Europese uitkeringen. De werknemer in kwestie had, na een nieuwe uitval, met terugwerkende kracht een hogere uitkering van 75% ontvangen van de Socialna Poistovna wegens zijn verslechterde medische situatie.
Commentaar
Het UWV keurt de werknemer vrijwel gelijktijdig, maar kent geen hogere arbeidsongeschiktheid toe dan 27,35%. Kunnen de uitslagen van arbeidsongeschiktheidskeuringen binnen Europa zover uit elkaar liggen? Ja, dat kan. Het UWV hoeft geen rekening te houden met de mate van arbeidsongeschiktheid die volgens de Slowaakse wetgeving is vastgesteld. Daarentegen moeten EU-lidstaten wel de medische informatie van elkaar overnemen en mee laten wegen.
Terugreizen voor WIA-keuring?
Moet het UWV de Slowaakse werknemer voor de WIA-keuring nu ook fysiek onderzoeken om onderbouwd tot haar oordeel te komen, of volstaat een dossierstudie? Anders gezegd: moet de Slowaakse werknemer terugreizen naar Nederland voor de WIA-keuring? Het antwoord daarop is nee; het UWV mag haar besluit nemen op basis van de schriftelijke dossierstukken (inclusief de stukken van Slowaakse artsen en de keuring door de Socialna Poistovna). Terugreizen hoeft dus niet. Het fysieke onderzoek door de Socialna Poistovna volstaat voor het UWV. Bijzonder, als je bedenkt dat er vervolgens een heel andere uitslag uit voortkomt.
Arbeidsdeskundig onderzoek
In Nederland volgt na het medische deel het arbeidsdeskundig onderzoek. De UWV-arbeidsdeskundige mag bij de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid wél uitgaan van CBBS-functies die beperkt zijn tot de Nederlandse arbeidsmarkt in de situatie van een buitenlandse EU-medewerker. De rechter heeft onder meer in deze eerdere uitspraak bepaald dat dat is toegestaan. De arbeidsdeskundige keuring blijft zo erg theoretisch van aard. Die lijn zien we ook terug in het volgende: er hoeven maar 3 arbeidsplaatsen voor een geduide functie te bestaan om te worden meegenomen in de theoretische schatting door de arbeidsdeskundige (artikel 9 sub a, Schattingsbesluit). Die drie arbeidsplaatsen hoeven ook nog eens geen vacatures te zijn. Vervolgens worden daar honderden Nederlanders op gekeurd? Je kunt je afvragen hoe dit destijds met instemming van het parlement tot wet heeft kunnen worden.
Heb je hulp nodig bij UWV-problematiek? Neem dan contact op met mr. Joyce B.E. Paashuis via j.paashuis@fiscount.nl of telefonisch 038 – 45 61 900.