Arbeid en Recht

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens ernstige gewetensbezwaren

Sinds 1 juli 2015 mag de kantonrechter arbeidsovereenkomsten ontbinden op grond van gewetensbezwaren. De kantonrechter Midden-Nederland deed dat recent in de situatie waarin een apotheekmedewerkster uit geloofsovertuiging weigerde om de hygiëne-werkinstructie van haar werkgever op te volgen. Die instructie bevatte het voorschrift om de onderarmen tijdens werkzaamheden onbedekt te laten. De medewerkster bleek niet herplaatsbaar te zijn in het betreffende ziekenhuis. Haar dienstverband werd dan ook door de rechter ontbonden wegens haar ernstige gewetensbezwaren.

De rechter moet in ontbindingsprocedures nagaan of:

  • de ontslaggrond voldragen is; en of
  • de werkgever voldoende heeft onderzocht of de werknemer herplaatsbaar is in de organisatie.

Beide toetste de rechter in dit geval, net als de vraag of de medewerkster haar eigen werk in aangepaste vorm kon doen. De rechter concludeerde daarbij dat de zogenoemde f-grond voldragen was en ook dat het ziekenhuis de herplaatsbaarheid van de medewerkster in een aangepaste functie of in andere functies voldoende had onderzocht, maar niet kon realiseren of vinden.

F-grond
De f-grond in art. 7: 669 lid 3 BW houdt in dat de werkgever de rechter mag vragen om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, als de werknemer weigert de bedongen arbeid te verrichten wegens een ernstig gewetensbezwaar. Daarbij geldt dat het in de voorliggende situatie aannemelijk moet zijn dat de bedongen arbeid niet kan worden verricht in aangepaste vorm.