Onderscheid tussen functionele en arbeidsvoorwaardelijke leaseauto bestaat niet
Een werkgever maakt bij het aanbod van een leaseauto onderscheid in twee soorten wagens. Enerzijds is dat de functionele leaseauto, die uitsluitend om praktische redenen ter beschikking wordt gesteld. Bijvoorbeeld omdat er materialen en/of gereedschappen mee moeten worden vervoerd. Anderzijds is dat de wagen die bij de arbeidsvoorwaarden hoort, en pas vanaf een bepaalde salarisschaal wordt toegekend. Wanneer er een nieuw mobiliteitsbeleid wordt ingevoerd, komt er bij de functionele leaseauto’s als harde eis dat de werknemer een ambulante functie moet verrichten. De betreffende werknemer heeft niet zo’n functie, maar verzet zich tegen inname van de leaseauto.
De werknemer verzet zich met succes. De kantonrechter houdt het ter beschikking stellen van een leaseauto tegen de FNV/Pontmeyer-criteria aan, om te bepalen of er sprake is van een arbeidsvoorwaarde. Die vraag kan niet anders dan bevestigend worden beantwoord. De leaseauto is samen met de bijbehorende tankpas een wezenlijk onderdeel geworden van de voordelen uit de arbeidsovereenkomst. Deze eenzijdig wijzigen mocht volgens de overeenkomst wel, maar in casu vindt de rechter dat het belang van de werkgever niet zwaarder weegt dan dat van de werknemer. Er was geen organisatorische of bedrijfseconomische noodzaak voor de werkgever om tot wijziging over te gaan. De vordering van de werknemer tot toekenning van een leaseauto wordt dus toegewezen.