Arbeid en Recht

Kan werkgever eisen dat controleur tatoeages bedekt tijdens werktijd?

Een openbaarvervoerbedrijf hanteert voor zijn werknemers een tatoeagebeleid. Op grond hiervan is het een BOA niet toegestaan om tijdens diensttijd zichtbaar ‘lichaamsversieringen’ te dragen. Volgens de rechter heeft het openbaarvervoerbedrijf in principe het recht om te bepalen dat tatoeages tijdens een dienst in uniform moeten worden bedekt. Een BOA heeft namelijk een bijzondere positie, doordat hij beschikt over politiebevoegdheden en geweldsmiddelen. Dit vereist een neutrale, professionele uitstraling. Het tast de vrijheid van een medewerker niet wezenlijk aan om een tatoeage te zetten en deze in zijn privétijd te tonen.

Een werkgever zal dergelijke aanwijzingen in het algemeen vastleggen in zijn (interne) huisreglement of bedrijfsregels. Deze vallen onder de werking van artikel 7:660 BW en kunnen – in tegenstelling tot de arbeidsvoorwaarden – eenzijdig worden gewijzigd. Dit recht is echter niet geheel onbegrensd. Zo mag er onder meer niet in strijd worden gehandeld met de redelijkheid en billijkheid. Werkgevers zullen hier in hun streven naar een uniform bedrijfsimago rekening mee moeten houden. Dit zal ook telkens van geval tot geval moeten worden beoordeeld. Er zal bijvoorbeeld gekeken moeten worden naar de aard van de organisatie, functie en klantenkring.