Arbeid en Recht

Discussies met UWV bij arbeidsongeschiktheidsbeoordeling lijken soms nergens over te gaan…

Verzekeringsartsen van het UWV hebben de medische beperkingen van een werknemer in kaart gebracht. Hieruit blijkt onder meer dat de zieke werknemer niet beroepsmatig mag autorijden. Het UWV heeft vervolgens het minimum van drie geschikte functies aangewezen, waaronder één functie waarin dagelijks auto moet worden gereden. Daarbij heeft het UWV vastgesteld dat de werknemer geen WIA-uitkering krijgt, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Bezwaar, beroep en hoger beroep volgen. In hoger beroep spitst de discussie zich toe op de stelling van het UWV dat dagelijks twee keer moeten autorijden geen wezenlijk onderdeel van de functie is, zodat er geen sprake is van beroepsmatig autorijden.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt anders. Omdat al tijdens de vervulling van de functie auto moet worden gereden, oordeelt de Raad dat er sprake is van beroepsmatig autorijden, waardoor de betreffende functie niet geschikt is.

Commentaar

De betreffende werknemer heeft ruim vier jaar tegen de afwijzende beslissing geprocedeerd. Omdat het een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling na het einde van de wachttijd van 104 weken ziekte betreft – en er volgens de rechtspraak alsnog nieuwe geschikte functies aan de afwijzende beslissing ten grondslag mogen worden gelegd – heeft het UWV van de Centrale Raad van Beroep 6 weken de tijd gekregen om alsnog op zoek te gaan naar nieuwe geschikte functies. Hierdoor staat nog steeds niet vast dat de betreffende werknemer een WIA-uitkering zal krijgen.

Het is schrijnend dat arbeidsongeschikten jaren met het UWV moeten discussiëren over de definitie van beroepsmatig autorijden en dat het – nadat de rechter de werknemer op dat punt gelijk heeft gegeven – nog niet vaststaat dat de werknemer een WIA-uitkering zal krijgen. Naar het mij voorkomt, moeten de wetgever en het UWV toch eens gaan nadenken of dit soort discussies de bedoeling zijn van een zorgvuldige beoordeling van een WIA-uitkering. En of de belangen van arbeidsongeschikte werknemers hiermee behartigd worden.

Dit artikel is geschreven door onze adviseur arbeidsrecht en sociale zekerheid, Ron van Baarlen.