Arbeid en Recht

Belastingdienst struikelt over vinkje

De Belastingdienst had over een aantal maanden van 2017 geen LIV toegekend, omdat de indicatie ZW in de loonaangiften niet op ‘ja’ was gezet. Volgens Rechtbank Den Haag is dat niet terecht. Hans Tabak stelde in deze zaak namens de werkgever dat werd voldaan aan de formele voorwaarden. Het betreft werknemers in de zin van de werknemersverzekeringen, die voldoen aan de voorwaarden voor het gemiddelde uurloon en het aantal verloonde uren. Dat de indicatie ZW op ‘ja’ moet zijn gezet, staat nergens in de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). Op de zitting gaf de rechter aan dat zij deze voorwaarde evenmin in de Wtl kon vinden. De Belastingdienst uiteindelijk ook niet.

 

Op de zitting bij de rechtbank bestreed de Belastingdienst niet dat er premies zijn betaald of dat er sprake is van werknemers. De rechtbank oordeelt dat de werknemers voldoen aan alle wettelijke vereisten voor toepassing van het LIV. Dat de Belastingdienst alleen controleert of de indicatie voor de ZW op ‘ja’ is gezet, maakt dit niet anders. De rechtbank overweegt dat de Belastingdienst naar aanleiding van het ingediende bezwaar had moeten nagaan of de werknemers – ondanks dat de indicatie niet op ‘ja’ was gezet – feitelijk wel verzekerd waren voor de Ziektewet. Én dat de Belastingdienst hier niet had moeten volharden in de verwijzing naar de automatische controle.

Uitspraak Rechtbank Den Haag, 7 november 2019, zaaknummer SGR 19/2985 (niet gepubliceerd).