Lijfrente-uitkering bij een bank, of toch een verzekeraar?
Iemand die vermogen heeft opgebouwd voor aanvullend pensioen kan het opgebouwde kapitaal laten uitkeren door een bank of een verzekeraar. Het is immers mogelijk om fiscaal geruisloos over te stappen van de een naar de ander. Nu was het altijd zo (sinds 2008, toen bancair lijfrentesparen wettelijk werd toegestaan) dat bancaire lijfrenten de hoogste uitkering geven bij een gegeven expiratiekapitaal. Dat is ook logisch, omdat bancaire producten eenvoudiger zijn. De factor sterfte speelt geen rol bij de hoogte van de uitkering; die is even hoog bij een 40-jarige als bij een 60-jarige. Maar welke renteverschillen zijn er?
De rente in de uitkering is momenteel vaak hoger bij een verzekerde lijfrente. Het renteverschil met bancaire tegenhangers is zodanig groot, dat het kostennadeel bij verzekeren niet wordt goedgemaakt bij een bank. Ten gunste van de bancaire lijfrente speelt natuurlijk een rol dat het depositogarantiestelsel van toepassing is. Als aanvullend pensioenkapitaal is opgebouwd bij een bank, dan zal het resterende kapitaal altijd overgaan naar de erfgenamen. Bij een verzekeraar is het beloop van de uitkeringen afhankelijk van het in leven blijven van de verzekerde perso(o)n(en). Vooral bij grote bedragen kan het dus zeker de moeite lonen om je wat breder te oriënteren op de uitkering die lijfrente-uitvoerders in de markt aanbieden.
Tip
Betrek ook de verzekeringslijfrente bij de keuzes als je een lijfrente moet aankopen.