Wanneer bepaal je de commerciële waarde pensioenaanspraak bij echtscheiding?
Een man en een vrouw zijn in 1982 met elkaar gehuwd, waarbij zij iedere huwelijksgemeenschap met elkaar hebben uitgesloten. Hun huwelijk is op 23 maart 2012 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. De man houdt 100% van de aandelen in een bv en heeft tijdens het huwelijk in eigen beheer pensioenrechten opgebouwd. De bv stort de commerciële waarde van de pensioenaanspraak van de vrouw af bij een verzekeraar. Moet deze commerciële waarde worden berekend per tijdstip van echtscheiding of per tijdstip van afstorting?
Op het tijdstip van echtscheiding moet worden bepaald wat de hoogte is van de pensioenaanspraak van de echtgeno(o)t(e) die tot de verevening gerechtigd is, oordeelt de Hoge Raad. De commerciële waarde van die aanspraak – ofwel het benodigde bedrag om die pensioenaanspraak bij een externe pensioenverzekeraar te verzekeren – moet echter worden bepaald naar het tijdstip van afstorting door de rechtspersoon.