Bij schijn vertegenwoordigingsbevoegdheid toch gebonden aan overeenkomst?
Het is alleen mogelijk om een overeenkomst te sluiten met een persoon die daartoe bevoegd is. Bij een rechtspersoon is voor de buitenwereld helaas niet altijd duidelijk wie bevoegd is. Hierdoor ontstaat het risico dat je een overeenkomst sluit met iemand die niet bevoegd is, waardoor de overeenkomst niet geldig is. De wet biedt enige bescherming tegen deze schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid. Indien en voor zover je er door verklaringen of gedragingen van de ander gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat deze persoon bevoegd was, kan op de onjuistheid van deze stelling geen beroep worden gedaan.
De Hoge Raad heeft recent geoordeeld dat er sprake kan zijn van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid. Dit is aan de orde wanneer de ene partij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op een volmachtverlening op grond van feiten en omstandigheden die de ander betreffen en voor risico van de ander komen. Uit deze feiten en omstandigheden moet naar verkeersopvattingen een zodanige schijn kunnen worden afgeleid.
Er kan ook al sprake zijn van een schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid ingeval van een ‘niet-doen’. Denk in dat kader aan het laten voortbestaan van een bepaalde situatie door geen maatregelen te nemen tegen de persoon die namens jou een contract sluit of door de ander niet op de hoogte te stellen, terwijl je op de hoogte bent van de overeenkomst. In een dergelijk geval is de rechtspersoon gebonden aan de overeenkomst. Oók als de natuurlijk persoon niet bevoegd was om de overeenkomst te sluiten.