Kantooropvolging

Intentieovereenkomst juridisch nader bekeken

Als hoofdregel geldt dat een intentieovereenkomst een bindende overeenkomst is, tenzij er ontbindende voorwaarden zijn opgenomen. Maar in de praktijk wordt ook regelmatig gekozen voor een ‘omgekeerde’ formulering: de intentieverklaring is niet bindend, met uitzondering van een aantal bindende bepalingen, waar partijen de andere partij wel aan kunnen houden. Ook als de transactie uiteindelijk niet tot stand komt, of niet onder de voorwaarden zoals aanvankelijk gedacht. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het geheimhoudingsbeding en het beding dat regelt bij welke rechter – of op welke wijze – geschillen moeten worden beslecht.

Vaak is een beding opgenomen, waarin is bepaald of:

  1. men de onderhandelingen mag stoppen (en onder welke omstandigheden); en
  2. of dit kan zonder schadeplichtigheid.

 

Aanbevolen wordt om op te nemen wanneer de duur van de intentieverklaring verstrijkt. Na het verstrijken van de vastgelegde termijn eindigen de onderhandelingen (voor zover er al sprake van was) en is elke partij weer vrij. Of een intentieverklaring bindend is, hangt volgens de Hoge Raad af van wat partijen bedoeld hebben en wat zij van elkaar mochten verwachten. Feitelijke gedragingen kunnen daarbij mede een rol spelen.