ICT- en Competentiemanagement

Gesprekstechnieken voor leidinggevenden (13): het gesprek aangaan met ambivalente medewerkers

Je vraagt je wellicht af hoe je het gesprek kunt aangaan met medewerkers met ambivalent gedrag. Het werkt meestal niet als je hen wijst op zowel de nadelen bij ongewijzigd gedrag als op de voordelen bij wel gewijzigd gedrag. Wat werkt dan wel? Je zult eerst de overstap moeten maken van ‘wijzen op’ naar vragen stellen. Let daarbij op signalen van ‘verandertaal’ dan wel van ‘behoudtaal’ en speel daarop in. Medewerkers ventileren (on)bewust hulpvragen door gebruik van verander- dan wel behoudtaal. Door daarnaar te luisteren en daar vragen over te stellen, ontdek je in welke fase de medewerker zit en kun je hem/haar uitnodigen om de volgende fase te onderzoeken.

Wat zijn voorbeelden van verandertaal?

  • Iemand benoemt zelf de nadelen van de huidige situatie of eigen gedrag (verandertaal).
  • Iemand benoemt zelf de voordelen van nieuw gedrag of een verbeterde situatie (verandertaal).
  • Iemand benoemt zelf de voordelen van nieuw gedrag of een verbeterde situatie (verandertaal), maar verbindt daar wel (steeds) voorwaarden aan, die prima als excuus kunnen dienen (behoudtaal).
  • Iemand benoemt zelf hoe geweldig het zou zijn als de nieuwe situatie er al zou zijn of als het eigen gedrag succesvol zou zijn (verandertaal), maar ziet op tegen de inspanning of het lange traject (behoudtaal).
  • Iemand die nu ongemotiveerd is, zal dat met behoudtaal ‘uitleggen’. Vraag deze persoon waarvoor hij nu wel te motiveren is (is een uitnodiging om te spreken in verandertaal).

 

Gebruik technieken als schalen, coping en de centimeter-voor-centimetermethode. Vraag naar wat wel goed ging in plaats van wat er niet goed ging.