Vertrouwensbeginsel levert fiscale eenheid-Vpb extra jaar verliesverrekening op
Vaak wordt in een inhoudelijk verloren procedure vergeefs een beroep gedaan op het zogenoemde vertrouwensbeginsel. Maar in een onlangs gepubliceerde uitspraak van Rechtbank Gelderland leverde die stelling de belanghebbende toch een extra jaar verliesverrekening op. Een verlies is voor de Vpb verrekenbaar met de winst van het voorgaande jaar en met toekomstige winsten. Tot 2022 was de mogelijkheid tot voorwaartse verrekening beperkt tot zes jaar vanaf 2019 en negen jaar vanaf 2007. Daarbij geldt voor het begrip ‘jaar’ bij een fiscale eenheid (FE) een speciale regel in het jaar van (ont)voeging.
Het gedeelte van het jaar buiten de FE geldt dan namelijk als een afzonderlijk jaar en dat kan ook gevolgen hebben voor de verliesverrekeningstermijn, zo bleek in een arrest van de Hoge Raad in 2015 (BNB 2015/188). Ruim vóór dat arrest waren bij deze belanghebbende door voeging in drie opeenvolgende nieuwe fiscale eenheden in 2010 meerdere boekjaren ontstaan. De Belastingdienst had in 2012 aan belanghebbende laten weten dat haar voorvoegingsverlies uit 2009 kon worden verrekend tot en met het jaar 2018. De Belastingdienst wist toen al van de opeenvolgende fiscale eenheden in 2010, maar koppelde daar niet het gevolg aan dat verrekening van de verliezen uit 2009 niet tot en met 2018 kon plaatsvinden. De belanghebbende mocht op deze mededeling vertrouwen, ook na het arrest van 2015, omdat de inspecteur zijn standpunt nooit had ingetrokken.