Formeel Recht

Rentevergoeding verplicht bij ten onrechte geheven griffierechten

De griffier van Hof Amsterdam heeft voor het hoger beroep in een BPM-procedure over 269 auto’s 40 keer griffierecht geheven, in totaal een bedrag van € 20.760. Naar het oordeel van het hof is dat niet terecht, omdat er sprake is van samenhangende besluiten. Hierdoor zou slechts eenmaal griffierecht verschuldigd zijn. Het hof heeft in zijn uitspraak bepaald dat de griffier € 20.241 aan de belanghebbende (een besloten vennootschap) moet terugbetalen, zonder daarover rente te vergoeden vanaf de datum van betaling van het griffierecht. Over die ontbrekende rente wordt door de besloten vennootschap met succes in cassatie geklaagd.

De hoogte van het griffierecht is wettelijk vastgelegd. Wanneer de griffier te veel griffierecht heeft geheven, staat daarmee naar het oordeel van de Hoge Raad vast dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld. De Staat is gehouden om het ten onrechte geheven griffierecht als geleden schade te vergoeden. De griffier moet, wanneer hij constateert dat te veel griffierecht is geheven, dat uit eigen beweging doen of anders moet de bestuursrechter in een uitspraak de griffier daartoe gelasten.

De Staat is ook gehouden om het renteverlies als geleden schade te vergoeden, indien de belanghebbende daarom verzoekt. Op dat (tijdig ingediende) verzoek moet de bestuursrechter ook in die uitspraak beslissen en de griffier gelasten om naast het griffierecht ook het renteverlies te vergoeden. Dat renteverlies moet worden berekend over de periode vanaf de dag van betaling van het griffierecht tot de dag van het vergoeden daarvan door de griffier. De Hoge Raad merkt daarbij nog op dat die berekeningsperiode echter niet geldt wanneer het griffierecht correct is geheven en de bestuursrechter het bestuursorgaan veroordeelt tot het vergoeden van het betaalde griffierecht. In dat geval wordt immers terecht geheven griffierecht vergoed – en niet ten onrechte geheven griffierecht.