Fiscaal

Toch BOR voor alle geschonken aandelen na ruziesplitsing

Een moeder schenkt al haar aandelen in een holding-bv aan haar zoon. Deze bv heeft een bedrijfspand en een 100%-belang in een materiële onderneming dat via deelnemingen hoorcentra exploiteert. De moeder bezat voorheen middellijk 49% van alle aandelen in een concern dat hoor- en optiekcentra exploiteerde. Na een juridische splitsing (ruziesplitsing) bezit zij via een nieuw opgerichte holding-bv alle aandelen in de vennootschappen met de hoorcentra. Ongeveer twee jaar later schenkt de moeder deze aandelen aan haar zoon. De zoon claimt de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR), maar heeft zijn moeder wel aan de bezitseis voldaan?

De inspecteur vindt dat de moeder niet heeft voldaan aan de bezitseis en kent de BOR slechts toe voor 49% van de aandelen. Hof Den Bosch oordeelt echter dat de bezitsperiode van de oude holding-bv van vóór de ruziesplitsing kan worden toegerekend aan de nieuwe holding- bv. Ook voor de waarde van het bij de splitsing ‘uitgeruilde deel’ van 51% tussen de hooractiviteiten en de optiekactiviteiten is aan de bezitseis voldaan. Hierdoor kan de BOR op 100% van de waarde van de geschonken aandelen worden toegepast.