Fiscaal

Ondanks renterenseignering toch nieuw feit – minder hypotheekrenteaftrek

Een echtpaar bezit twee woningen. De ene woning is hun hoofdverblijf waar zij sinds 27 februari 2012 wonen. Tot die datum woonden zij in de andere woning, die sindsdien in gebruik is gegeven aan een derde en vanaf 1 februari 2017 wordt verhuurd. Het echtpaar is twee leningen aangegaan voor hun huidige hoofdverblijf. Daarop hebben zij volgens het renseignement van de bank € 10.632 rente betaald. In de IB-aangifte 2014 trekt het echtpaar echter € 16.332 rente af. Na onderzoek blijkt hierin rente begrepen te zijn, die betrekking heeft op de andere woning. De inspecteur legt daarom een navorderingsaanslag op. Maar beschikt hij wel over een nieuw feit?

Het echtpaar stelt dat de inspecteur niet beschikt over een nieuw feit, omdat hij in het bezit is van het renterenseignement van de bank. Als de inspecteur met normale zorgvuldigheid had kennisgenomen van de IB-aangifte, had hij moeten vaststellen dat de afgetrokken rente afweek van de betaalde rente volgens het renseignement. Deze redenering gaat volgens Hof Amsterdam te kort door de bocht. Dat de inspecteur beschikt over het renterenseignement wil nog niet zeggen dat hij daarom moet twijfelen aan de juistheid van de aangifte. Het is immers ook mogelijk dat het echtpaar rente heeft betaald op een onderhandse lening. Volgens het hof beschikt de inspecteur daarom wel over een nieuw feit en heeft hij terecht een deel van de renteaftrek gecorrigeerd.

Nog geen meldplicht
De leningen waren vóór 2013 aangegaan. Mocht er sprake zijn geweest van een onderhandse lening, dan gold daarvoor nog geen meldplicht. Deze meldplicht geldt alleen voor leningen die op of na 1 januari 2013 zijn aangegaan en waarop jaarlijks verplicht annuïtair moet worden afgelost. De meldplicht geldt dus niet voor een op 31 december 2012 bestaande lening. En óók niet als de rente van deze lening na 1 januari 2013 is of wordt gewijzigd of de lening is overgesloten.