Fiscaal

Geen bijdrage Zvw meer bij omzetting FOR in lijfrente

Een ondernemer is sinds 19 maart jl. geen inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) meer verschuldigd over de winst, die is ontstaan door afname van de oudedagsreserve (FOR) met de lijfrentepremies die hij/zij heeft afgetrokken als uitgaven voor inkomensvoorzieningen. Het koninklijk besluit waarin het tijdstip van de inwerkingtreding is bepaald, is onlangs gepubliceerd. De wijziging volgt uit de uitspraak van de Hoge Raad van 23 november 2018 over de ongelijke behandeling van verzekeringsplichtigen. Ondernemers die een oudedagsvoorziening opbouwen werden namelijk anders behandeld dan werknemers in dienstbetrekking.

De wijziging staat in het Verzamelbesluit VWS 2020. Het tijdstip van inwerkingtreding was afhankelijk van dit koninklijk besluit. De Hoge Raad constateerde in 2018 dat ondernemers die hun FOR omzetten in een lijfrente voor de bijdrage Zvw ten onrechte anders werden behandeld dan verzekeringsplichtigen die in dienstbetrekking een oudedagsvoorziening opbouwen. Het bedrag van de afname van de FOR moest in de winst worden opgenomen (artikel 3.70 Wet IB). Voor zover het maximum van het bijdrage-inkomen nog niet was bereikt, leidde dit tot heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Bij de vaststelling van het bijdrage-inkomen werd namelijk geen rekening gehouden met de aftrek van uitgaven voor inkomensvoorzieningen. Sinds 19 maart 2020 wordt er met deze aftrek wél rekening gehouden.