Fiscaal

Correctie negatieve row bij onzakelijke borgstelling

Een vleeshandelaar en zijn vrouw houden alle aandelen van een bv. In 1996 wijzigt de bedrijfsstructuur, waardoor zij middellijk aandeelhouder worden in de VOF (Group) bv met een groot aantal binnenlandse en buitenlandse dochter-bv’s. Zij staan voor de leningen van de VOF (Group) bv borg en verlenen hypothecaire zekerheid. Als de VOF (Group) bv in 2013 failliet gaat, spreekt de bank de vleeshandelaar en zijn vrouw aan. Zij geven het betaalde bedrag aan in de IB-aangifte als negatieve row. Ten onrechte, oordeelt Rechtbank Gelderland. De zekerheden die de vleeshandelaar en zijn vrouw als borg hebben verleend, zijn namelijk onzakelijk.

De zekerheden betreffen een recht van hypotheek op het bedrijfspand en een pandrecht op alle aan het bedrijf verbonden roerende zaken en deze zijn aangegaan voor alle bestaande en toekomstige verplichtingen. De bedongen borgstellingsvergoeding bedroeg slechts 1%. Geen enkele onafhankelijk derde zou tegen een vergoeding van 1% – of welk ander percentage dan ook – bereid zijn geweest om eenzelfde zekerheid- en borgstelling te aanvaarden onder dezelfde voorwaarden en omstandigheden. Doordat de borg- en zekerheidstelling gelden voor alle bestaande en toekomstige verplichtingen, is er feitelijk sprake van een onbegrensde aansprakelijkheid zonder dat daar een marktconforme vergoeding tegenover staat. Daar komt bij dat er sprake is van een risicovolle onderneming.