Rente tijdig en volledig betaald?
Erflater heeft bij leven op 24 december 2019 en 21 oktober 2020 bedragen van € 100.000 aan zijn zoon geschonken. Deze bedragen zijn schuldig gebleven (schuldigerkenning I en schuldigerkenning II), met een verplichting om 6% per jaar te vergoeden over de bedragen. Op 13 november 2021 komt de erflater te overlijden. Voor zijn overlijden heeft hij € 7.000 aan rente betaald. Na het overlijden hebben de erfgenamen op 17 november 2021 de rente over 2021 betaald en op 29 maart 2023 nog een extra nabetaling van de rente. De belastinginspecteur is van mening dat de rentebedragen niet volledig en tijdig zijn voldaan. Hij wijkt af van de ingediende aangifte.
De vraag is nu: waren de rentebetalingen afdoende, of heeft de inspecteur terecht beide schenkingen als fictieve verkrijgingen in de erfbelasting bijgeteld? Rechtbank Noord-Nederland buigt zich over de zaak en geeft het volgende aan:
- Het standpunt van zoon dat de rente van 6% strijdig zou zijn met artikel 14 EVRM en artikel 1 EP, dan wel het evenredigheidsbeginsel – wordt verworpen.
- De rechtbank acht het voldoende aannemelijk gemaakt door de zoon dat de rente voor schuldigerkenning I tijdig en volledig is betaald.
Het gevolg voor de erfbelasting is dat de correctie voor schuldigerkenning 2 terecht is. Volgens de rechtbank is de rente voor schuldigerkenning I wel correct voldaan. De inspecteur heeft dus ten onrechte een fictieve verkrijging over dit bedrag in aanmerking genomen bij het opleggen van de aanslag erfbelasting. De aanslag erfbelasting wordt daarom verminderd.
Tip
Voor de praktijk is de les hoe belangrijk het is om nauwgezet de betaling van rente op schuldig gebleven bedragen te verrichten en te documenteren. Wijs je cliënt daar goed op, want dit kan potentiële belastingdiscussies voorkomen.