Estate- en Financiële Planning

Inspecteur kan na verbouwing ineens afwijken van WOZ-waarde

De WOZ-waarde is de maatstaf voor de heffing van schenk- en erfbelasting, ook al is de werkelijke waarde van een woning soms flink hoger. In fiscale publicaties zijn de meeste auteurs hiervan overtuigd, al klinkt er soms ook enige twijfel door. De Belastingdienst houdt zich op de vlakte. Maar wat moet je denken van de volgende casus? Vader koopt een woning voor zijn dochter, knapt die helemaal op en verkoopt de woning in hetzelfde jaar aan haar door voor de (al lage) WOZ-waarde. De overdrachtsbelasting wordt gebaseerd op de taxatiewaarde. Voor de schenkbelasting wordt vervolgens uitgegaan van de WOZ-beschikking over het jaar waarin de woning wordt geleverd. Of kan dat toch anders liggen?

 

De inspecteur heeft de mogelijkheid om af te wijken van de WOZ-waarde (op basis van artikel 21, zevende lid SW). Dat is het geval wanneer er in het jaar voorafgaand aan de verkrijging sprake is geweest van (o.a.) bouw, verbouwing, verbetering, etc. De waarde wordt dan vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in de Wet WOZ, artikelen 16, 17, 18 en 20, tweede lid naar het moment van de verkrijging. Concreet betekent dit dat de waarde wordt vastgesteld op de taxatiewaarde nadat de verbouwing klaar is. Terzake kan dan ook een nadere WOZ-beschikking worden afgegeven. Dat is echter niet verplicht. De inspecteur kan ertoe besluiten om voor de schenk- en erfbelasting de latere taxatiewaarde in aanmerking te nemen.

 

Tip
Is het de bedoeling om een woning voorafgaand aan de verkoop of schenking te verbouwen, en verschillen de taxatiewaarde en de WOZ-waarde nu al aanzienlijk van elkaar? In die situatie heeft het de voorkeur om de verbouwing door de verkrijger te laten uitvoeren, eventueel met een aparte schenking. Houd er rekening mee dat de inspecteur anders kan besluiten om af te wijken van de WOZ-waarde.