Estate- en Financiële Planning

Erven van opa of oma: wie past er op het geld?

Steeds meer vermogende grootouders kiezen ervoor om hun kleinkinderen een geldbedrag na te laten. Sinds 2010 is het van erfbelasting vrijgestelde bedrag gelijk aan dat van kinderen. Dit jaar is dat een bedrag van € 21.282 en die vrijstelling geldt per grootouder. Zolang een kleinkind minderjarig is, heeft het geen zeggenschap over het geërfde vermogen. Die zeggenschap komt toe aan de ouders en gaat over op het kleinkind, zodra het kleinkind meerderjarig is. Vanaf de 18e verjaardag van het kleinkind kan het dus gewoon over dat vermogen beschikken. In zijn algemeenheid vinden grootouders deze leeftijd wel erg laag. Wat kunnen zij hier aanvullend regelen?

Om te voorkomen dat het kleinkind op 18-jarige leeftijd over een geërfd geldbedrag kan beschikken, zie je vaak dat grootouders in hun testament hebben bepaald dat het vermogen tot een bepaalde leeftijd onder bewind wordt gesteld. Dit is het zogenoemde testamentair bewind. Een bewindvoerder moet je benoemen in je testament. Dat hoeft niet per se de eigen ouder te zijn.

In de meeste gevallen wordt het bewind ingesteld tot de leeftijd van 23 jaar. Dit heeft onder meer te maken met het feit dat een onder bewind gestelde op grond van de wet na 5 jaar zelf aan de rechter kan vragen om het bewind op te heffen. Grootouders doen er ook verstandig aan om in het testament goed vast te leggen wat de bevoegdheden van de testamentaire bewindvoerder zijn, en voor welk doel het geld eventueel kan worden aangewend. Denk bijvoorbeeld aan de kosten van een studie of opleiding. Opa en oma zien mogelijk liever dat het geld gebruikt wordt om de studieschuld af te lossen of de eerste eigen woning te financieren, dan dat er een auto mee wordt gekocht.

Let op: ook als vermogen onder testamentair bewind staat, is dit eigen vermogen van het kleinkind. Dit kan invloed hebben op het recht op huurtoeslag en zorgtoeslag van het kleinkind!