BTW

Verhuur werkkamer aan bv is economische activiteit – alsnog btw-teruggaaf

gepubliceerd op: 27 april 2025

Een echtpaar verhuurt vanaf 1 april 2020 een werkkamer in de eigen woning aan de bv van de man. De huur bedraagt € 600 per kwartaal, exclusief btw. De woning is in 2018 opgeleverd en heeft een vloeroppervlakte van 137m2, waarvan de werkkamer 9,8m2 beslaat. De werkkamer wordt btw-belast verhuurd, is alleen bereikbaar via een deur in de hal en beschikt niet over eigen sanitair. Het echtpaar trekt in de btw-aangifte over het eerste kwartaal van 2020 7,15% (9,8/137e) van de voorbelasting op de bouwkosten van de woning af. De inspecteur weigert de aftrek. Is dat terecht?

 

Hof Amsterdam oordeelt dat de verhuur een economische activiteit is. Het hof baseert dit onder meer op het feit dat:

  • het echtpaar heeft aangetoond dat de bv de huur feitelijk heeft betaald;
  • de werkkamer uitsluitend voor doeleinden van de bv wordt gebruikt;
  • de overeengekomen huur niet symbolisch is;
  • de overeengekomen verhuur voor de duur van ten minste 5 jaar duurzaam is.

Verworpen standpunten inspecteur
De inspecteur stelt dat de man de werkkamer alleen heeft verhuurd ter vervulling van zijn dienstbetrekking als directeur bij zijn bv. Daarom zou de voor btw-ondernemerschap vereiste zelfstandigheid ontbreken. Die stelling volgt het hof niet. Niet de man, maar het echtpaar verhuurt de werkkamer aan de bv. Zij treden daarbij zelfstandig op. Hierbij is van belang dat zij beiden eigenaar zijn van de woning en samen partij zijn bij de huurovereenkomst. De man en de vrouw moeten samen als btw-ondernemer worden aangemerkt. Ook volgt het hof de stelling van de inspecteur niet dat een rechtstreeks en onmiddellijk verband zou ontbreken tussen de kosten van de verwerving van de woning en de verhuur van de werkkamer. Voor het recht op btw-aftrek volstaat dat het echtpaar ten tijde van de levering van de woning het voornemen had om de werkkamer te verhuren. Het bestaan van dat voornemen acht het hof aannemelijk op basis van: a) de gegeven toelichtingen van het echtpaar; en b) de omstandigheid dat de verhuur (vrijwel) gelijk met de ingebruikneming van de woning is aangevangen. Tot slot verwerpt het hof ook het standpunt van de inspecteur dat er sprake zou zijn van vrijgestelde verhuur, omdat de gemeenschappelijke ruimten in en bij de woning conform de huurovereenkomst ook privé mogen worden gebruikt. Het mogelijke privégebruik van de ruimtes vormt geen beletsel voor belaste verhuur. De inspecteur heeft ten onrechte de btw-aftrek geweigerd.

Hoewel deze informatie met zorg is samengesteld, adviseren wij om bij twijfel onze adviseurs te raadplegen voor een actueel en passend advies.