BTW

Doorbelasting premie aansprakelijkheidsverzekering btw-belaste dienst

Een stichting exploiteert een ziekenhuis. De medisch specialistische zorg wordt verleend door specialisten in loondienst en vrijgevestigde specialisten die zich hebben georganiseerd in een samenwerkingsverband, het coöperatief. De fiscale eenheid (FE) waartoe de stichting behoort, sluit een beroepsaansprakelijkheidsverzekering af, waarin ook de specialisten van het coöperatief zijn meeverzekerd. De helft van de premie wordt doorbelast aan het coöperatief. De FE draagt hierover geen btw af. Zij meent dat er geen sprake is van een vergoeding voor een economische prestatie dan wel dat de prestatie een vrijgestelde verzekeringsdienst is.


Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de prestatie een btw-belaste dienst is die bestaat uit het tegen vergoeding vrijwaren van schadeverhaal. Ook is er geen sprake van een vrijgestelde verzekeringsdienst. De dienst bestaat namelijk uit het afzien van schadeverhaal op het coöperatief en betreft geen verzekeringsdienst.

Beroep op VAVO-arrest
De FE beroept zich ook nog op het VAVO-arrest. De FE en het coöperatief zouden tegenover de patiënten gezamenlijk één vrijgestelde zorgprestatie verrichten. De doorbelasting van een deel van de verzekeringspremie door de FE aan het coöperatief zou als bijkomend opgaan in die voor de omzetbelasting vrijgestelde zorgprestatie.
Het VAVO-arrest betreft twee onderwijsinstellingen die elk dezelfde vrijgestelde onderwijsprestatie verzorgden. Zij hebben hun activiteiten op enig moment gebundeld en de onderwijsondersteunende werkzaamheden onderling verdeeld. Na het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst zijn zij doorgegaan met hun onderwijsactiviteiten maar nu onder gemeenschappelijke naam en voor gemeenschappelijke rekening. Daardoor was er sprake van één ondeelbare onderwijsprestatie.
Daarvan kan in het onderhavige geval niet worden gesproken, omdat het coöperatief de specialistische behandeling verricht en de FE zorgt voor de overige met de zorg samenhangende werkzaamheden. Daarnaast kan uit het VAVO-arrest worden afgeleid dat voor de aanwezigheid van één ondeelbare economische prestatie in ieder geval moet worden gehandeld onder gemeenschappelijke naam, gemeenschappelijke regie en gemeenschappelijke rekening. Tussen de FE en het coöperatief is eerder sprake van een opdrachtgever-opdrachtnemer-relatie en niet van één ondeelbare economische zorgprestatie.