BTW

Btw op de balans maar geen suppletie levert twee vergrijpboetes op

Op de balans van een fiscale eenheid (FE) staat volgens de Vpb-aangifte over 2013 een btw-schuld van € 60.000. De FE heeft echter over dat jaar geen suppletieaangifte ingediend. De inspecteur vraagt de FE in januari 2017 het bedrag van de btw-schuld te specificeren. De FE levert een specificatie in en dient kort daarna alsnog een suppletieaangifte in over 2013. Dat neemt niet weg dat de inspecteur terecht twee vergrijpboetes heeft opgelegd, oordeelt Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Een voor het niet uit eigen beweging indienen van een suppletieaangifte en een voor het niet tijdig betalen van de verschuldigde btw.

 

 

De twee vergrijpboetes zijn volgens de rechtbank niet in strijd met het zogeheten ‘ne bis in idem’-beginsel (‘niet twee keer voor hetzelfde’), omdat het twee verschillende beboetbare gedragingen betreft. De rechtbank acht het aannemelijk dat de FE al bij het opmaken van de jaarrekening over 2013 wist dat zij nog btw moest bijbetalen, maar ervoor koos om toch geen suppletieaangifte in te dienen. Dat gebeurde pas nadat de inspecteur zich had gemeld. Er is dan sprake van grove onachtzaamheid, waarvoor een vergrijpboete is opgelegd.

 

De andere beboetbare gedraging is opgelegd omdat het aan opzet of grove schuld te wijten is dat de btw niet tijdig is betaald. De FE had namelijk in het eerste halfjaar van 2013 voorbelasting van een dochter-bv in aftrek gebracht, terwijl die dochter-bv pas vanaf 1 juli 2013 tot de FE behoorde.

 

Matiging boetes

De inspecteur moet wel bij de beoordeling van de strafmaat rekening houden met het feit dat er twee boetes zijn opgelegd aan de FE. Aangezien de inspecteur de totale boete daarom al had gematigd tot € 10.000, vond de rechter dat er geen reden was om de boetes verder te matigen.